Estland | Cottbus Filmfestival: Verlangen naar het verleden
Met zo'n 140 films uit ongeveer 30 landen nodigde het 35e Cottbus Filmfestival het publiek zes dagen lang uit om de Oost-Europese cinema te ontdekken. Dit jaar markeerde de start van een driejarige reeks die zich richt op de Baltische staten die grenzen aan Rusland: Estland, Letland en Litouwen.
Estland, met zijn 1,37 miljoen inwoners, was het eerste land dat werd genoemd. Deze voormalige Sovjet-natie behoort tot de dunstbevolkte landen van de Europese Unie, met gemiddeld ongeveer 30 inwoners per vierkante kilometer. Bijna een derde van de bevolking woont in de hoofdstad Tallinn. Sinds 1997 organiseert Tallinn elk jaar in november een van 's werelds 15 belangrijkste en invloedrijkste filmfestivals: het Black Nights Film Festival.
Estlands Oscarinzending van dit jaar ging ook in Tallinn in première: in Meel Paliales lowbudget tragikomedie "Rolling Papers" ontmoet een ongelukkige verkoper (Mihkel Kuusk) een hedonist en dromer in Tallinn. De film werd volledig in het weekend opgenomen omdat Paliale met een jong team studenten werkte.
Coproducties worden naar Estland gebracht met financiële prikkels om het productielandschap te stimuleren.
Tijdens een paneldiscussie kwamen "Rolling Papers"-acteur Kuusk, actrice Maarja Johanna Mägi ("Aurora"), regisseur Helen Takinn ("Life and Love") en scenarioschrijver Sven-Sander Paas ("Baa-Baa!", "Breadsong") bijeen om de huidige staat van de Estse film te bespreken. De discussie werd gemodereerd door de Estse filmcriticus Andrei Liimets.
Mihkel Kuusk beschrijft de ontspannen opnames van "Rolling Papers" – zonder ingewikkelde rekwisieten, special effects of iets dergelijks. "We wilden gewoon mensen voor de camera krijgen." Het project werd volledig zonder financiële of tijdsbeperkingen gemaakt, en de montage vond plaats tijdens de opnames. Hierdoor kon het team altijd beoordelen welke scènes ze opnieuw moesten opnemen. "Het beperkte budget verandert de manier waarop verhalen worden verteld", zegt Helen Takinn. "Dit maakt filmcrews inventiever."
De Estische filmproductie heeft een relatief korte geschiedenis. Tot 1991 was deze gecentraliseerd in Moskou. Estischtalige films waren mogelijk, maar het eigen nationale verhaal was beperkt. Met de val van de Sovjet-Unie werd Estland onafhankelijk, maar bioscoopketens, distributienetwerken en het hele financieringssysteem verdwenen. Het land herbouwde zichzelf geleidelijk als een filmproductieland.
De oprichting van het Estisch Filminstituut (EFI) heeft projectfinanciering weer mogelijk gemaakt. De afgelopen jaren varieerde het gemiddelde financieringsbedrag voor een Estische speelfilm van ongeveer € 300.000 tot € 500.000. EFI-financiering richt zich op artistiek ambitieuze projecten, waardoor genreproducties of minder ervaren filmmakers minder kansen krijgen. Ook filmmakers die een puur commerciële aanpak nastreven, komen niet in aanmerking voor financiering.
Actrice Maarja Mägi schat dat ongeveer de helft van alle producties nu in Letland wordt gefilmd. Dit is niet alleen goedkoper, voegt Helen Takinn toe, maar biedt ook belastingvoordelen. Om in aanmerking te komen voor Estische productiefinanciering, moeten sommige scènes vervolgens in Estland worden gefilmd. Coproducties worden naar Estland gehaald met financiële prikkels om de filmindustrie te stimuleren. Het meest prominente voorbeeld is misschien wel Christopher Nolans "Tenet", waarvoor de opera en enkele straatscènes in Tallinn werden gefilmd. Het productiebedrijf ontving een cashback van € 1,36 miljoen, wat, met een terugbetalingspercentage van 30 procent, neerkomt op een totaal productievolume van € 4,65 miljoen uit Estische financieringsbronnen.
Internationale coproducties en serviceproducties (bijvoorbeeld "Tenet") brengen expertise, moderne apparatuur en gespecialiseerde banen naar Estland. Ze compliceren echter de planning van Estse films, omdat ze de beste crews en middelen in beslag nemen. Estse producties zijn vaak slechts junior partners, wat betekent dat er geen echte "Estse verhalen" worden verteld.
In de Close-up-serie werd ook aandacht besteed aan de moeilijkheden waarmee acteurs in Estland te maken hebben. Actrice Maarja Johanna Mägi, jurylid van de wedstrijd dit jaar, was vertegenwoordigd in de focussectie met de film "Aurora".
Tijdens de Berlinale van dit jaar presenteerde ze zich aan een internationaal publiek als EFP Shooting Star (European Film Promotion) en heeft ze sindsdien voor het eerst een agent voor internationale producties weten te strikken. Voor Mägi is dit een cruciale stap om niet afhankelijk te zijn van de relatief kleine Estse filmmarkt. Ze werkt niet alleen aan films, maar ook aan theaterproducties. Mihkel Kuusk is tevens muzikant.
Moderator Andrei Liimets merkt op dat de meeste Estse producties naar het verleden kijken, niet naar het heden. Regisseur Helen Takinn ziet ook de financieringsvorm als een van de redenen waarom historische onderwerpen zo populair zijn. Al vóór de productie begint, wordt er gerekend met wie de film zal zien. Historische onderwerpen zijn erg populair op scholen en onder ouderen, waardoor de doelgroep breder wordt. Nationale trots speelt ook een rol.
Met producties als "Rolling Papers" ziet ze de kloof tussen arthouse en mainstream cinema langzaam kleiner worden. Ze is blij dat er meer ruimte komt voor diepzinnigere verhalen, ook omdat "de artistieke kwaliteit geleidelijk aan in de filmstijl wordt verwerkt." De durf van het filmteam heeft nu al zijn vruchten afgeworpen.
Het filmfestival van Cottbus is net afgelopen, maar van 28 tot en met 30 november presenteert bioscoop Sputnik in het Südstern in Berlijn de 9e Estse Filmdagen. Naast de speelfilms "Aurora", "Rolling Papers" en Andres Puustusmaas' spionagethriller "One-Dimensional Man", die ook in Cottbus werden vertoond, worden er ook andere speelfilms en korte films vertoond.
nd-aktuell


