Resolutie van het Hooggerechtshof over de geldigheid van de verkiezing van de president van de Republiek Polen, gepubliceerd in het Staatsblad. Met annotatie...

Vrijdag publiceerde het Journal of Laws een resolutie van het Hooggerechtshof waarin de geldigheid van de verkiezing van Karol Nawrocki tot president van de Republiek Polen werd bevestigd. Aan de resolutie werd een opmerking toegevoegd waarin stond dat de jurisprudentie van Europese rechtbanken niet toestaat dat de samenstelling van het Hooggerechtshof in deze zaak wordt beschouwd als een "bij wet ingestelde rechtbank".
Dinsdag bevestigde het Hooggerechtshof, in een panel van de gehele Kamer voor Buitengewone Controle en Publieke Zaken, de geldigheid van de verkiezing van Karol Nawrocki tot president van de Republiek Polen, die op 1 juni van dit jaar plaatsvond. De resolutie van de Kamer werd door alle 18 rechters aangenomen. De inhoud van de resolutie en de motivering van het besluit werden voorgelezen door de voorzitter van deze Kamer, Krzysztof Wiak. Drie rechters dienden afzonderlijke adviezen in: twee over de gehele resolutie en één over de motivering.
In zijn rechtvaardiging gaf president Wiak aan dat het grote aantal ingediende verkiezingsprotesten – circa 54.000 – de ernst van de daarin geuite beschuldigingen niet verergerde en dat geen van de vastgestelde onregelmatigheden gevolgen had voor de algehele uitslag van de verkiezingen.
De zitting werd bijgewoond door het hoofd van de Nationale Kiescommissie, Sylwester Marciniak, procureur-generaal Adam Bodnar en zijn plaatsvervanger, officier van justitie Jacek Bilewicz. Aan het begin van de zitting verzocht Bodnar de Kamer van Arbeid en Sociale Zekerheid van het Hooggerechtshof om de kwestie van de geldigheid van de verkiezingen te behandelen. In de motivering van de motie gaf hij aan dat de Kamer van Buitengewone Controle "niet voldoet aan de eisen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid", en hij verzocht tevens om de rechters van die Kamer van de zaak uit te sluiten.
Met betrekking tot de PG-aanvragen zei president Wiak dat deze geen basis hadden in de toepasselijke wetgeving en hij liet weten dat ze zonder overweging waren gelaten.
Volgens de regelgeving die in 2018 tijdens de PiS-regering werd ingevoerd, is de toen opgerichte Kamer voor Buitengewone Controle en Publieke Zaken van het Hooggerechtshof verantwoordelijk voor de behandeling van verkiezingsprotesten en het bepalen van de geldigheid van verkiezingen. Deze Kamer bestaat uit personen die na 2017 tot rechter zijn benoemd op verzoek van de Nationale Raad voor Justitie, ingesteld volgens de procedure zoals vastgelegd in de bepalingen van de Wet op de Nationale Raad voor Justitie van 2017. Om deze reden wordt de status van deze Kamer in twijfel getrokken door de huidige regering, die zich onder andere beroept op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Vóór 2018 werden verkiezingskwesties behandeld door de toenmalige Kamer van Arbeid, Verzekeringen en Publieke Zaken.
Vrijdagavond werd de resolutie van het Hooggerechtshof van 1 juli gepubliceerd in het Journal of Laws.
De resolutie – in haar gepubliceerde vorm – werd voorafgegaan door een nota. "Overeenkomstig de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (...), alsook overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU (...), garandeert de Nationale Raad voor Justitie, ingesteld bij de wet van 8 december 2017 (...), geen onafhankelijkheid van de wetgevende en uitvoerende macht, en staan onregelmatigheden in de benoemingsprocedure van rechters het Hooggerechtshof – dat rechtspreekt in kamers waarin een persoon door de president van de Republiek Polen tot rechter is benoemd op verzoek van de Nationale Raad voor Justitie, ingesteld op de wijze zoals bepaald in de bepalingen van de wet van 8 december 2017 (...) – niet toe om te worden erkend als een krachtens de wet ingestelde rechtbank", aldus de nota.
Op dinsdag 1 juli kondigde de voorzitter van de Sejm, Szymon Hołownia, aan dat hij op 6 augustus de Nationale Vergadering bijeen zou roepen en de presidentiële eed zou afleggen door Karol Nawrocki.
Tegelijkertijd – eveneens op vrijdag – werd een eerdere resolutie van het Hooggerechtshof, aangenomen op 14 mei van dit jaar door de gehele Kamer van Buitengewone Controle en Publieke Zaken, gepubliceerd in het Staatsblad. Deze bevestigde de geldigheid van de tussentijdse Senaatsverkiezingen in kiesdistrict nr. 33 in Krakau, gehouden op 16 maart van dit jaar. Deze resolutie in het Staatsblad werd eveneens op dezelfde wijze geannoteerd als de resolutie over de geldigheid van de verkiezing van Karol Nawrocki. (PAP)
mijn/ mrr/ jpn/
bankier.pl