Onderzoekers: Condensatiesporen ontstaan voornamelijk in bestaande cirruswolken.

Vorig jaar vonden er ongeveer drie miljoen vluchten plaats in het Duitse luchtruim. Talloze vliegtuigen stijgen en landen hier of vliegen over ons grondgebied. Op sommige dagen zijn hun sporen lang zichtbaar – in de elkaar kruisende condensstrepen. Vaak zie je echter helemaal niets.
Wetenschappers van het Jülicher Onderzoekscentrum en de universiteiten van Mainz, Keulen en Wuppertal hebben nu de oorzaken hiervan en de omstandigheden waaronder de meeste condensstrepen ontstaan, onderzocht. "Contrails ontstaan wanneer het hete uitlaatgas van vliegtuigmotoren zich op een hoogte van ongeveer tien kilometer vermengt met koude lucht", aldus een persbericht waarin eerdere bevindingen van het onderzoek worden samengevat .
De uitlaatgassen van verbranding van kerosine bevatten onder andere waterdamp, die bij temperaturen van -40 tot -50 graden Celsius direct bevriest tot roetdeeltjes en ijskristallen vormt. In droge lucht verdwijnen deze condensstrepen snel. In koude, vochtige lucht kunnen ze echter urenlang blijven bestaan en zich ontwikkelen tot uitgestrekte cirruswolken. Dit zijn dunne ijswolken op een hoogte van ongeveer vijf tot twaalf kilometer, vaak zichtbaar als fijne, vezelachtige sluiers aan de hemel, ook wel vederwolken genoemd.
Voor klimaatvriendelijkere vliegroutes moet men ook op zoek gaan naar ijswolken.De cirruswolken die gevormd worden door condensstrepen hebben een grotere impact op het klimaat dan de directe CO₂-uitstoot van het luchtverkeer, zo wordt gezegd. Deze dunne, ijle wolken vangen een deel van de warmte die de aarde uitstraalt op in de atmosfeer en dragen zo bij aan de opwarming van de aarde.
In deze context leverde de studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature Communications , een nieuwe bevinding op. Volgens de studie ontstaat 80 procent van de langdurige condensstrepen niet in een volledig wolkenloze hemel, maar in bestaande cirruswolken. Dit bleek uit meetgegevens van commerciële vliegtuigen die tussen 2014 en 2021 over de Noord-Atlantische Oceaan vlogen. De processen die betrokken zijn bij de superpositie van condensstrepen en natuurlijke cirruswolken worden nog steeds slecht begrepen, aldus de studie.
Deze nieuwe bevinding zou echter ook gebruikt kunnen worden voor vluchtplanning. Martina Krämer, expert in wolkenfysica aan het Jülich Research Centre, zei: "Als de meeste langdurige condensstrepen toch al in natuurlijke wolken voorkomen, zou het verstandiger kunnen zijn om klimaatvriendelijkere vliegroutes te plannen, niet alleen op basis van een wolkenloze hemel, maar ook op basis van bestaande ijswolkstructuren."
Berliner-zeitung



