Waarom ik fan was, maar nooit meer bij Burgermeister wil eten: Genoeg is genoeg

Ik wil echt niet weten hoeveel geld ik heb uitgegeven bij de Berlijnse hamburgerketen Burgermeister. Elke week propte ik mij vol met eten. Mijn record was vijf bezoeken in één week. De hamburgers zijn mijn slechte huid, mijn overgewicht en het absurd grote geld dat ik in mijn portemonnee heb gestoken vanwege het fastfood. De Burgermeister was een middenweg tussen de gigantische McDonald's en de ondraaglijke hipsterrestaurants waar je voor een bietenburger tussen twee pretzelbroodjes zo'n 20 euro betaalde.
Burgermeister was altijd eerlijk wat de prijs betreft: de duurste burger daar, een dubbele cheeseburger met jalapeño's genaamd "Master of All Classes", kostte nooit dubbele cijfers, en de royale portie friet kostte net iets meer dan drie euro. Maar Burgermeister breidt al een tijdje landelijk uit. Inmiddels zijn er vestigingen geopend in Frankfurt en Hannover ; Stuttgart en Düsseldorf zullen volgen. De keten, die ooit charmant gevestigd was in het voormalige toiletgebouw bij Schlesisches Tor, wil eigenlijk uitbreiden naar Amerika, denk groot ! Naar mijn mening maakt deze grootheidswaanzin onsympathiek; Maar ik kon mijn hamburgerverslaving om morele redenen niet loslaten; Ik ging toch maar naar mijn vaste filiaal.
Maar nu is er een prijsverhoging. De geliefde “Master of All Classes” kost nu maar liefst 9,29 euro in plaats van 8,80. Het was niet de prijsverhoging zelf, maar die stomme 0,29 euro die de doorslag gaf. Het is een McDonald's-nummer, een nummer dat staat voor een zorgvuldige berekening, een overleg met het marketingteam en, wat mij betreft, niet zomaar een beslissing die een lokale, vriendelijke keten overhaast neemt.
Boos en berustend betaalde ik de prijs. En toen kwam de volgende schok: ik kreeg die cent niet terug. Dat is het voor mij. Natuurlijk gaat het hier niet om de cent – ik had gierig kunnen zijn en erom kunnen vragen – maar om de pure brutaliteit om de prijs te adverteren, maar die op een andere manier te innen. De toch al belachelijke prijs ontaardt niet eens in de allergoedkoopste marketingtruc, waarbij je schreeuwt: "Kijk eens hoe goedkoop ik ben, je krijgt er wat voor terug!" Maar de Burgermeister, die inmiddels is verworden tot een franchise, kan zelfs de kleinste belofte niet waarmaken. Ik nam de hamburger van 9,30 euro met tegenzin aan. Helaas, het smaakte wel lekker.
Berliner-zeitung