Margot Friedländer overleefde het concentratiekamp Theresienstadt. Nu is ze overleden op 103-jarige leeftijd


Het was maar één zin: “Probeer je leven op orde te krijgen.” Wanneer de moeder van de dan 21-jarige Margot verdwijnt, wordt deze boodschap via kennissen aan haar dochter doorgegeven. In januari 1943 vermoedde Margot Bendheim, die later Friedländer zou worden genoemd, dat ze het belangrijkste lid van haar familie nooit meer zou zien. De jongere broer en moeder werden direct na hun deportatie naar Auschwitz vermoord. De vader was reeds uit Duitsland gevlucht en werd vanuit een Frans interneringskamp naar Auschwitz gebracht. Hij stierf in 1942.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Dit wordt momenteel geblokkeerd door uw browser of advertentieblokkering.
Pas de instellingen aan.
Hoe leef je als jonge Joodse vrouw in de hoofdstad van het Rijk, Berlijn? Het zijn jaren die ze ondergronds doorbracht, waarover tijdgenoot Margot Friedländer, die later bij duizenden evenementen aanwezig was, uitgebreid in haar autobiografie schrijft. Er wordt gesproken over het voortdurende gevaar verraad te krijgen. Van mensen die met gevaar voor eigen leven een schuilplaats bieden. En van degenen die misbruik maakten van de noodsituatie.
De jonge vrouw verft haar haar donkerrood, draagt een ketting met een kruis en laat haar neus aanpassen. In het voorjaar van 1944 werd ze echter tijdens een inspectie ontdekt. De zogenoemde ‘Greifer’, Joodse collaborateurs die voor de Gestapo werkten om zichzelf te redden, herkennen Margot Bendheim. Ze wordt gearresteerd en gedeporteerd naar het concentratiekamp Theresienstadt. Daar overleefde ze en na haar bevrijding trouwde ze met de kampgevangene Adolf Friedländer, die ze al kende uit Berlijn. In 1946 gingen de twee samen naar New York.
Terug naar Berlijn op 88-jarige leeftijdIedereen die ooit van Margot Friedländer heeft gehoord, zal haar nooit meer vergeten. Het zachte timbre van haar stem en het Duitse timbre uit een andere tijd, dat al decennialang bewaard is gebleven. Terwijl haar man strikt zweeg over zijn ervaringen tijdens de Holocaust, had zij het tot haar missie gemaakt om het verhaal te vertellen. Zodat het niet vergeten wordt. Zelfs toen ze al ruim 100 jaar oud was, trad Margot Friedländer nog op in Duitsland en Oostenrijk en vertelde ze verhalen over Berlijn in de jaren 30 en 40.
Op 88-jarige leeftijd was het voor haar nog niet te laat om terug te keren naar haar oude thuisland. Toen ze Berlijn voor het eerst weer zag tijdens het werken aan de documentaire "Don't Call It Homesickness", verliet ze haar appartement in de New Yorkse wijk Queens.
In een interview met de NZZ afgelopen juli vertelde ze dat ze tijdens haar eerste uur in Berlijn dacht: "Wat ben ik blij dat ik in zo'n mooie stad geboren ben! Voor de opnames ben ik zelfs naar ons laatste familieappartement in de Skalitzer Strasse gegaan. Ik stond in de kamer, maar ook daar voelde ik geen negatieve gevoelens."
Ze heeft geen moment spijt gehad van haar terugkeer naar Duitsland. De oude dame en het nooit meer-gevoel werden een programma van dringende waarschuwingen in Europa, gecombineerd met een humanisme dat door ervaring werd gefilterd.
In een interview met ARD’s “Tagesthemen” werd Margot Friedländer ooit gevraagd naar het groeiende antisemitisme in Duitsland. Haar antwoord: "Ik zeg, wees een mens! We zijn allemaal gelijk. Er is geen christen, geen moslim, geen joods bloed. Er is alleen menselijk bloed. Alles is hetzelfde. Als je een mens bent, weet je dat een mens zoiets niet zou doen."
Waar mensen toe in staat zijn, wordt beschreven in de autobiografie van Margot Friedländer uit 2008, “Try to Make Your Life”. Het boek is geen zwart-wit schilderij. Er zitten veel breuken in. Dankzij een aantal gelukkige toevalligheden belandde de jonge vrouw niet met haar moeder en broer in Auschwitz, maar in Theresienstadt, waar ze dwangarbeid moest verrichten die essentieel was voor de oorlogsinspanning.
De vader verlaat haarMargot Friedländer had last van schuldgevoelens omdat ze de enige van het gezin was die het had overleefd, maar ook de schuldgevoelens van de anderen waren relatief groot. De vader van Margot Friedländer liet het gezin in de steek toen hij naar België vertrok. Toen zijn moeder hem vroeg haar te steunen bij haar aanvraag om het land te verlaten, antwoordde hij per briefkaart met een weigering: "Wat moet je met twee kinderen in Shanghai? Je kunt toch ook verhongeren in Berlijn?"
De Duitsers hadden haar asiel verleend in Berlijn, maar ze werd door de Joodse collaboratrice Stella Goldschlag overgedragen aan de Gestapo. In een interview met de NZZ vertelde ze: "De Gestapo stond drie keer voor me en ik wist te ontsnappen. Maar toen werd ik gepakt door Joodse overvallers."
Het levensverhaal van Margot Friedländer gaat over de continenten van de mensheid en over heel reële geografie. Van het oude woonhuis aan de Skalitzer Strasse in Berlijn-Kreuzberg, van de synagoge aan de Lindenstraße, die niet meer bestaat. Vanuit het Joods Cultureel Centrum 92nd Street Y in New York, waar de ballinge na de dood van haar man de schrijfcursus ‘Schrijf je herinneringen’ volgt. De Amerikanen naast haar schrijven over huisdieren of fijne feestdagen, maar Margot Friedländer begint te schrijven over haar kindertijd en jeugd. Alleen ’s nachts, ‘wanneer de gevoelens niet zo vaag zijn als overdag’, zoals ze zelf zegt.
Margot Friedländer is in haar leven van meer dan 100 jaar eigenlijk nooit gestopt met het vertellen van verhalen. Ze bezocht Duitse en Oostenrijkse scholen en sprak op openbare evenementen. Duitsland gaf haar in 2010 haar staatsburgerschap terug en kende haar in 2023 het Bundesverdienstkreuz Eerste Klasse toe. Het docudrama “Ik ben!” werd in datzelfde jaar gefilmd met medewerking van de 102-jarige.
Margot Friedländer was geen bijzonder lange vrouw, maar in haar daden was ze in veel opzichten groter dan het leven zelf. Een van de allerlaatste hedendaagse getuigen. Aan Margot Friedländer werd eens gevraagd of ze bang was voor de dood. Haar antwoord: "Ik heb hem zo vaak in de ogen gekeken, hij maakt me niet meer bang." Nu stierf ze op 9 mei op 103-jarige leeftijd.
nzz.ch