Populisme van links en rechts

We leven in een tijd waarin gemakkelijke oplossingen voor moeilijke problemen steeds meer terrein winnen. Populisme vernieuwt zichzelf en slaagt er steeds in om als iets nieuws beschreven te worden, maar de truc is oud. Het maakt gebruik van simpele en effectieve strategieën: het identificeert een vijand, zet het ‘zuivere volk’, het ‘gewone volk’, de ‘goede Portugezen’ op tegen een corrupte elite en belooft gerechtigheid door middel van onmiddellijke maatregelen, die vaak onpraktisch en onrealistisch zijn. Populisten, zowel links als rechts, maken succesvol gebruik van dit model. Ze maken misbruik van de echte frustraties van de bevolking en presenteren simplistische antwoorden die de complexiteit van de maatschappelijke uitdagingen negeren.
In Portugal hebben we duidelijke voorbeelden van dit fenomeen.
Links baseerden het Linkse Blok en de Communistische Partij een groot deel van hun discours op het idee dat de rijken — bankiers, grootgrondbezitters, zakenmensen — verantwoordelijk zijn voor praktisch alle problemen van het land, van huisvesting tot onzekerheid over de werkgelegenheid, inclusief de ineenstorting van de publieke dienstverlening. Volgens dit verhaal wordt de schuld altijd gelegd bij een economische elite die winst maakt ten koste van het volk.
Rechts herhaalt Chega de formule, maar dan met andere doelwitten: immigranten, de zigeunergemeenschap, politici in het systeem. Ze worden allemaal verantwoordelijk gehouden voor uiteenlopende problemen, zoals onveiligheid, de overbelasting van de NHS en de staat van het onderwijs. Deze geformuleerde vijand heeft altijd een vage persoonlijkheid, of het nu de “rijken” of het “Systeem” zijn, waardoor een abstracte aanpak tegen hen mogelijk is.
Zolang niemand precies weet/begrijpt wat een “rijk persoon” of “het systeem” is, zal de strijd tegen hen onbeperkt en eeuwig duren, waardoor de populist nooit gevraagd zal worden naar een concreet plan om het probleem op te lossen. Het ontbreken van een heldere probleemdefinitie betekent ook dat iedereen zijn eigen beeld heeft van het probleem. Het verhaal omvat dan ook meer mensen dan wanneer de vijand door specifieke kenmerken zou worden afgebakend. Als ze daarmee geconfronteerd worden, komen ze snel met een voorbeeld. Als we het Linkse Blok zouden vragen op welke ‘rijke mensen’ ze doelen, zouden ze het waarschijnlijk over Elon Musk of Jeff Bezos hebben. Maar niemand weet waar voor hen het concept ‘rijkdom’ begint. Als we Chega vragen naar het ‘systeem’ dat volgens hen corrupt is, zullen ze onder andere over José Sócrates praten. Ze transformeren het deel tot het geheel om hun argument te valideren.
Het belangrijkste instrument van deze strategie is herhaling. Ongeacht het onderwerp van debat – gezondheid, onderwijs of de economie – populisten proberen de discussie altijd te richten op hun favoriete doelwitten. André Ventura verwijst bijvoorbeeld voortdurend naar het immigratieprobleem, zelfs in contexten waarin dat statistisch gezien niet relevant is. Het Linkse Blok, ongeacht het onderwerp, vindt altijd een manier om de schuld bij de ‘rijken’ en de economische belangen te leggen. Deze voortdurende herhaling van dezelfde boodschap is bedoeld om de publieke perceptie te beïnvloeden totdat het verhaal een ‘algemene waarheid’ wordt. De reden dat deze methode zo effectief is, ligt in de eenvoud ervan. Terwijl het uitleggen van de woningcrisis bijvoorbeeld vereist dat er gesproken wordt over stedelijke regelgeving, gebrek aan aanbod, bureaucratie bij vergunningen en de impact van de rente – wat voor de gemiddelde burger al snel technisch en saai wordt – biedt de populist een emotionele en directe verklaring: “het is de schuld van de speculanten” of “het zijn de immigranten die huizen bewonen die van de Portugezen zouden moeten zijn”. Deze manier van communiceren is toegankelijker, emotioneler en daardoor effectiever.
Een andere pijler van het populisme is de belofte van gemakkelijke en aangename oplossingen, zelfs als die financieel gezien niet haalbaar zijn. Chega's verkiezingsprogramma is in dit opzicht exemplarisch: het belooft belastingverlagingen om meer liberale kiezers aan te trekken, terwijl het tegelijkertijd verhogingen van de overheidsuitgaven voor veiligheid, gezondheidszorg en justitie voorstelt om degenen die een sterke staat verdedigen, tevreden te stellen. Het resultaat zou een enorm gat in de overheidsfinanciën zijn, maar in een politieke marketinglogica waarin levensvatbaarheid van secundair belang is, maakt dat weinig uit. Hetzelfde geldt links voor het bepleiten van grootschalige nationalisaties of vermogensbelastingen, waarbij de economische bijwerkingen, zoals kapitaalvlucht of het instorten van particuliere investeringen, volledig worden genegeerd.
Het bestrijden van populisme is buitengewoon moeilijk, omdat gematigd discours van nature complexer, technischer en minder emotioneel is. De verantwoordelijke politicus probeert de werkelijke oorzaken van de problemen te verklaren, duurzame oplossingen te presenteren en de gevolgen te overzien. Maar in een medialandschap dat wordt gedomineerd door korte berichten , sociale media en directe verontwaardiging, verliest dit discours aan kracht. Bovendien heeft het zelden zin om iemand een populist te noemen. Integendeel: het versterkt hun verhaal van vervolging en slachtofferschap. Populisten presenteren zichzelf als mensen die zeggen wat “niemand de moed heeft te zeggen” en die het zwijgen wordt opgelegd door een systeem dat bang is voor hun stem.
Het is noodzakelijk om verder te gaan dan alleen maar veroordeling en nieuwe strategieën te ontwikkelen om het populisme te bestrijden. Het eerste is investeren in burgerschapsonderwijs en mediawijsheid. Goed geïnformeerde burgers zijn minder vatbaar voor manipulatieve berichten. Ten tweede is het van essentieel belang om de rol van de media te hervormen. Vaak versterken zij, in naam van het publiek, populistische discoursen zonder dat ze er voldoende naar kijken. De journalistiek moet strengere analyses maken en feiten controleren. Ten derde moet de gematigde politiek weer in contact komen met de bevolking. Het is niet genoeg om gelijk te hebben; je moet leren communiceren met helderheid, empathie en emotie. Technocratische taal moet plaatsmaken voor nauwere, menselijke communicatie, zonder de waarheid prijs te geven. Ten slotte is het essentieel om concrete resultaten te laten zien. Mensen komen niet alleen in opstand vanwege ideologie. Ze komen ook in opstand als ze het gevoel hebben dat de traditionele politiek hun problemen niet oplost. Verantwoord en effectief regeren is uiteindelijk de beste manier om populisme te bestrijden.
Populisme groeit in de leegtes van het bestuur en waar geen reacties komen. Uiteindelijk is populisme effectief omdat het een eenvoudig, emotioneel verhaal biedt in een steeds complexere wereld. Je hoeft niet alles te geloven wat hij zegt om door hem beïnvloed te worden. De uitdaging is dus niet alleen intellectueel, maar ook politiek, cultureel en sociaal. En het is aan iedereen die waarde hecht aan democratie en rede om manieren te vinden om daar tegenin te gaan, niet met beledigingen, maar met waarheid, moed en resultaten.
observador