Hoop op vrede in Oekraïne koelt af

De bemiddeling door de Verenigde Staten heeft niet geleid tot noemenswaardige vooruitgang of tot het stoppen van Russische aanvallen.

Toen autocraat Vladimir Poetin afgelopen zaterdag de Oekraïense regering bijeenriep voor een bijeenkomst in Istanbul, werden er verwachtingen gewekt dat dit de eerste persoonlijke ontmoeting met Volodymyr Zelensky zou zijn sinds Rusland besloot het buurland binnen te vallen en de rechtmatige president ervan omver te werpen. Zelfs Donald Trump dreigde zich bij de bijeenkomst aan te sluiten, met de onverholen bedoeling om politiek gezien de eer op te strijken voor de dooi tussen Moskou en Kiev.

Het besluit van Poetin om, ondanks persoonlijke pogingen van Recep Tayyip Erdogan, niet naar Turkije af te reizen, heeft uiteindelijk de top gedempt en de verwachtingen van een vredesakkoord getemperd. Hoewel Zelensky gisteren naar Istanbul reisde, zal hij voor het eerst in drie jaar niet de delegatie leiden die met vertegenwoordigers van het Kremlin onderhandelt. Hij is namelijk van mening dat de houding van Rusland "niet serieus" is.

Ook Trumps uitspraken vóór zijn aankomst in de Verenigde Arabische Emiraten, waarbij hij de verwachtingen voor de door de Turkse president bemiddelde gesprekken temperde en verklaarde dat er "niets zal gebeuren" totdat hij Poetin ontmoet, zijn niet volledig verantwoordelijk. Geen enkele vrede kan duurzaam zijn, tenzij deze het resultaat is van directe onderhandelingen op gelijke voet tussen de twee partijen in het conflict.

De bemiddeling door de Verenigde Staten, die afzonderlijk met Rusland en Oekraïne onderhandelen maar de uitgangspunten en eisen van Moskou als uitgangspunt nemen, heeft niet tot noemenswaardige vooruitgang geleid of de Russische aanvallen op de grond gestopt. Deze zijn de afgelopen dagen zelfs heviger geworden.