Verlies de inflatieproblematiek niet uit het oog

Het is onderdeel van het populistische verhaal dat het zogenaamde Pakket Tegen Inflatie en Hoge Kosten (PACIC) ervoor heeft gezorgd dat het laagste inflatiecijfer van het jaar is bereikt.
Het dient natuurlijk om de voorganger aan te moedigen, maar het heeft ook een reëel nut om verwachtingen te scheppen van lagere inflatie, wat leidt tot een matiging van de prijsvorming.
De triomfantelijke toon van de regeringspartij en haar onofficiële gejuich van een ogenschijnlijke overwinning op de inflatie zouden echter door de leden van de Raad van Bestuur van de Bank van Mexico genegeerd moeten worden.
Het lijkt voor de hand te liggen dat deskundigen op het gebied van monetair beleid de onlangs door INEGI vrijgegeven gegevens niet op dezelfde manier bekijken, aangezien de Nationale Consumentenprijsindex (INPC) vorige maand sloot op een jaarlijks percentage van 3,51 procent.
Toch hebben sommige centrale bankiers aangegeven dat ze geneigd zijn zich aan te sluiten bij deze wensen. Ze geven feitelijk invulling aan een dubbel mandaat en proberen de economische prestaties te stimuleren door het monetaire beleid te versoepelen. Dit gaat echter ten koste van hun daadkracht in de strijd tegen inflatie.
Gisteren hoorden we, naast de inflatiecijfers, ook dat de overgebleven leden van de Raad van Bestuur, na de tegenstem van vicegouverneur Jonathan Heath, besloten om de belangrijkste rente niet met een half procentpunt, maar met een kwart procentpunt te verlagen naar 7,75 procent.
Er is een belofte om in toekomstige beslissingen consistent te zijn met de inflatiedoelstelling van de bank, maar de meest recente inflatiecijfers kunnen hen ertoe aanzetten om door te gaan op het pad dat het ministerie van Financiën graag zou zien.
Naast de krantenkoppen over dalende inflatie en officiële propaganda, moeten we ook opmerken dat de kerninflatie, die de volatiele prijzen elimineert die de CPI vorige maand hielpen, nog steeds op 4,23% staat. Dit betekent niet dat er sprake is van een verbetering ten opzichte van de vorige maand.
De subindex voor dienstenprijzen liet een jaarlijkse stijging van 4,44% zien en de prijzen van goederen vertoonden het hele jaar door een opwaartse trend.
Goed nieuws voor kip, waarvan de prijs vorige maand met 3,61% daalde, en triest nieuws voor eieren, die met 5,91% stegen. Maar het prijsgedrag gaat veel verder dan een situatie die goed te meten is met de niet-kerninflatie-index.
In dit geval helpt het verlagen van de inflatie om bepaalde economische sectoren te laten geloven dat het tijd is om de prijzen te matigen, en dat is heel goed.
Maar vanuit monetair oogpunt moeten ze inzien dat de overwinning op de inflatiedruk nog ver weg is en dat hun boodschap onverzettelijk moet zijn als het gaat om hoge inflatie.
Economische actoren die de ochtendpersconferentie missen, maar wel de monetaire beleidsbeslissingen van de raad van bestuur van de Bank of Mexico volgen, willen er zeker van zijn dat de besluitvormers standvastig zijn en zich niet te makkelijk laten meeslepen door het overweldigende succes van de Pacifische economie.
Eleconomista