Meer geld uit belastingen en rente, de begroting zal meer middelen hebben

Enerzijds de stabiliteit van de overheidsfinanciën, met als doel het tekort al in 2026 terug te dringen tot onder de 3% door de EU-inbreukprocedure te verlaten; anderzijds de verlaging van de inkomstenbelasting van 35% naar 33%, zelfs voor gemiddelde inkomens tot 60.000 euro, en de afschaffing van de extra verlenging van de pensioenleeftijd met drie maanden. De begrotingswerkzaamheden kunnen na het zomerreces van start gaan, ondersteund door sterke belasting- en socialezekerheidsinkomsten, die volgens de Rekenkamer alleen al in de eerste zes maanden een groei van bijna € 34 miljard hebben laten zien, waarvan € 12,5 miljard aan socialezekerheidsbijdragen.
De minister van Economische Zaken, Giancarlo Giorgetti (ansa)
De IRPEF (inkomstenbelasting) laat een positieve trend zien, met name dankzij de belastingaangiften (die met 34,4% stegen, oftewel € 895 miljoen), evenals de IRES (vennootschapsbelasting) (+ € 9,08 miljard) en de btw (+ € 2 miljard). De inkomsten uit beoordelings- en controleactiviteiten stegen ook met 8,3% (ter waarde van € 596 miljoen meer). De werkzaamheden aan het begrotingsplan beginnen met een andere zekerheid. De markten hebben vertrouwen in de Italiaanse overheidsbegroting, zozeer zelfs dat de spread tussen Italië en Frankrijk nu bijna is verdwenen. Drie jaar geleden bedroeg deze 200 basispunten op tienjarige obligaties; nu is deze gedaald tot onder de 10 basispunten en bereikt het het laagste niveau sinds 2005. En lagere rentetarieven vertalen zich in meer in te zetten middelen. De verbetering van de spread tussen Italië en Frankrijk, waar de Italiaanse obligaties op twee en vijf jaar in juli al onder die van de Fransen waren gedaald, hangt enerzijds samen met de grotere politieke stabiliteit van de regering-Méloni en anderzijds met het grote Franse begrotingstekort.
De verbetering van de Italiaanse spread heeft ook gevolgen voor andere landen: voor de BTP-Bund bijvoorbeeld ligt deze onder de 80 basispunten. Dit is een teken van vertrouwen in de markt, die – en minister van Economie Giancarlo Giorgetti weet dat maar al te goed – het begrotingsplan nauwlettend volgt. Fiscale maatregelen staan bovenaan de lijst van te nemen maatregelen. Bovenaan de lijst staat een verhoging van het inkomstenbelastingtarief, dat dit keer van toepassing zou moeten zijn op de schijf van € 28.000 tot € 50.000, mogelijk zelfs tot € 60.000. Het idee is om het belastingtarief te verlagen van 35% naar 33%. De kosten van de maatregel bedragen ongeveer € 4 miljard, maar het zou een jaarlijks voordeel van € 440 opleveren voor inkomens tot € 50.000.
tg3, afschaffing van belastingwetten (tg3, afschaffing van belastingwetten)
Ook op tafel ligt het "Scrappage Five"-plan, dat sterk wordt gesteund door de Lega en dat onlangs werd besproken door viceminister van Economie Maurizio Leo, die nauwe banden heeft met de premier. Er wordt ook gezocht naar middelen om, zij het met aanpassingen, de premie voor de vennootschapsbelasting (IRES) te stabiliseren voor bedrijven die een goede reputatie hebben en personeel aannemen. Er zal zeker financiering worden verstrekt voor de gezondheidszorgcomponent, die een bron van politieke onenigheid is geweest, vooral binnen de oppositie. Minister van Volksgezondheid Oreste Schillaci kondigde aan het einde van de vergadering vóór het zomerreces, die diende als start van de begroting, aan dat hij € 2 miljard extra had veiliggesteld.
Tg1-interviews met Orazio Schillaci, minister van Volksgezondheid (Tg1)
Het pensioenhoofdstuk. Sterilisatie van de verhoging van de pensioenleeftijd.
Dan zijn er de pensioenen. De door ISTAT voorspelde stijging van de levensverwachting zal in 2027 leiden tot een extra drie maanden vóór de pensioengerechtigde leeftijd. De pensioenleeftijd zal naar verwachting stijgen van 67 naar 67 jaar en drie maanden, op basis van de automatische mechanismen die zijn ingesteld door de Fornero-wet. Minister Giorgetti heeft verzekerd dat deze verhoging zal worden geneutraliseerd. Dit besluit zou ook via een andere maatregel dan de begroting kunnen worden uitgevoerd. Onlangs legde de ondersecretaris van Arbeid, Claudio Durigon van de Lega Nord, uit dat er zeker middelen zullen worden gevonden om deze verhoging te blokkeren, hoewel de afschaffing van de regel pas in 2029 zou kunnen plaatsvinden, wanneer de pensioenleeftijd naar verwachting met nog eens twee maanden zal stijgen. De impact zal echter eerst zorgvuldig moeten worden beoordeeld, die volgens sommige schattingen op € 300 miljoen ligt, terwijl andere aanzienlijk hogere kosten voorspellen. De Lega Nord dringt met name aan op pensioenen, aangezien Durigon zegt dat zij wil dat 64 jaar "de echte drempel voor pensioenvrijheid" wordt. Het idee is zoals het net in de laatste begroting werd aangestipt: de mogelijkheid om aanvullende pensioenen te gebruiken om de pensioenen te verhogen en eerder met pensioen te gaan, zelfs voor mensen met een gemengd stelsel en minstens 25 jaar aan premiebetalingen. Dan is er nog de "vrouwenoptie", die zijn effect heeft verloren en herzien zou kunnen worden. Het idee om een quotum van 41 voor te stellen, lijkt echter absoluut achterhaald.
Rai News 24