De anti-smogmaatregelen van de overheid, nieuwe verboden en financiering: dit is het plan waar het Noorden tegenin gaat.

19 augustus 2025

De maatregelen zijn gebaseerd op de noodzaak om nieuwe inbreukprocedures door de Europese Commissie te voorkomen.
Milaan – Vijf "interventiegebieden", elk onderverdeeld in een reeks "acties", en voor elke actie worden de instelling die als "leider" is aangewezen en de instelling of instellingen die als "uitvoeringsinstantie(s)" zijn aangewezen, aangegeven. De totale financiering bedraagt € 2,4 miljard, maar in veel gevallen gaat het niet om vers geld, maar om middelen die al in voorgaande jaren zijn toegewezen ter ondersteuning van maatregelen die nu in deze nieuwe bepaling zijn opgenomen. Dit verwijst naar het "Actieplan ter verbetering van de luchtkwaliteit", dat op 20 juni door de Raad van Ministers werd goedgekeurd, begin augustus werd gepubliceerd en nu door drie grote Noord-Italiaanse regio's bij het Constitutionele Hof is aangevochten: Lombardije, onder voorzitterschap van Attilio Fontana van de Lega Nord ; Piemonte, onder voorzitterschap van Alberto Cirio van Forza Italia; en (binnenkort) Veneto, onder voorzitterschap van een ander lid van de Lega Nord, Luca Zaia.
Zoals eerder gemeld, bleek het plan van de centrumrechtse regering onverteerbaar voor de drie centrumrechtse presidenten, omdat het de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van antismogmaatregelen "op regelmatige basis" bij de regio's zelf legt en slechts "aanvullend" bij de staat, zonder dat de regio's (althans voorlopig) extra middelen krijgen. Vandaar de ontevredenheid over de nationale regering, die volgens de regio's het vervuilingsprobleem op hen afschuift. In dit verband is het goed om te onthouden dat dit plan (mede) is ontstaan uit de noodzaak om te reageren op de inbreukprocedures die de Europese Commissie de afgelopen jaren tegen Italië en de Povlakte heeft ingeleid. Het is dus verstandig om het even door te nemen.
De vijf interventiegebieden zijn: "transversale maatregelen" die betrekking hebben op meerdere bronnen van schadelijke emissies; maatregelen met betrekking tot landbouw, mobiliteit en verwarming van woningen; en, tot slot, lopende acties. Elk gebied richt zich op een macrodoelstelling: het versterken van "communicatie- en bewustmakingscampagnes gericht op burgers om deugdzaam en duurzaam gedrag te bevorderen"; "het verminderen van emissies in de landbouw door de invoering van emissiearme technieken"; "het bevorderen van duurzame mobiliteit, met bijzondere aandacht voor lokaal openbaar vervoer en gedeelde mobiliteit"; en "het verbeteren van de efficiëntie van verwarmingssystemen voor woningen".
Wat de regio's betreft, roept het plan hen op als uitvoeringsorganen, hetzij alleen, hetzij samen met andere instellingen (waaronder de ministeries van Milieu en/of Transport), voor verschillende "acties". De focus ligt echter op twee gebieden: de vermindering van schadelijke emissies uit de landbouw en die van huishoudelijke verwarmingssystemen. Het voorziet ook in verboden, beperkingen of acties specifiek voor de Povlakte (Lombardije, Piëmont, Veneto en Emilia-Romagna). Op landbouwgebied roept het plan op tot de invoering, exclusief voor de Povlakte, van een verbod op het gebruik van ureum (een chemische verbinding) als meststof, met een duidelijke en erkende kostenstijging voor landbouwbedrijven in de betrokken regio's ten opzichte van die elders. Een andere ad-hocmaatregel is de verplichting om zich uit te rusten met spuitapparatuur, tegen een totale toewijzing van € 50 miljoen. Wat betreft verwarmingssystemen, wordt streng opgetreden tegen biomassa-warmtegeneratoren, waarvoor naast de huidige extra certificering vereist is.
Voor de uitbreiding en integratie van regionale AIR-plannen – in lijn met het nieuwe Nationale Plan – is € 100 miljoen toegewezen, maar dit bedrag moet over alle regio's worden verdeeld. Dit omvat "het versterken van de controle op verboden regionale maatregelen". Wat mobiliteit betreft, richt het Nationale Plan zich primair op gemeenten en grootstedelijke gebieden. Het Ministerie van Milieu heeft € 800 miljoen toegewezen aan projecten met betrekking tot thuis-school, thuiswerk en gedeelde mobiliteit, alsmede aan de uitbreiding van voorkeursstroken voor het openbaar vervoer en fietspaden, en aan de algemene ontwikkeling van het openbaar vervoer. Alle doelstellingen moeten binnen drie jaar worden bereikt.
Il Giorno