De ECB verandert haar monetaire strategie niet, maar biedt drie belangrijke punten ter overweging


Hendel
Inflatie in het vizier
In het jongste document van de Europese Centrale Bank zijn geen radicale veranderingen te bespeuren, maar eerder bevestigingen van keuzes die grotendeels al gemaakt zijn.
De Europese Centrale Bank heeft zojuist de laatste herziening van haar monetaire beleidsstrategie gepubliceerd. Zoals verwacht zijn er geen radicale wijzigingen, maar eerder bevestigingen van keuzes die grotendeels al gemaakt zijn. Er komen echter minstens drie interessante punten naar voren om over na te denken.
Ten eerste is de ECB niet van plan de markten zeer precieze aanwijzingen te geven over haar volgende rentestappen, zowel omhoog als omlaag. Dit kan teleurstellend zijn voor degenen die vinden dat de Centrale Bank haar beslissingen ruim van tevoren moet aankondigen en de markten niet moet verrassen. Mocht de ECB echter aan dit verzoek voldoen, dan loopt ze het risico, in een context van grote onzekerheid, verstrikt te raken in een voortdurende communicatie, wat onvermijdelijk de relevantie van de boodschap zou verminderen. Dit zou haar geloofwaardigheid ondermijnen. De financiële markten zullen zich daarom moeten inspannen om hun eigen prognoses te ontwikkelen, in de wetenschap dat de Centrale Bank uiteindelijk zal handelen met als prioritaire doelstelling inflatiebestrijding.
Het tweede punt, dat deels verband houdt met het eerste, betreft het voornemen van de Centrale Bank om haar analyse te verrijken met een aantal alternatieve scenario's om extremere ontwikkelingen in het macro-economische kader te simuleren. Hoewel het gebruik van scenario's voor interne doeleinden nuttig kan zijn, met name om het effect van eventuele prognosefouten te begrijpen, is het niet duidelijk hoe dit het besluitvormingsproces en met name de externe communicatie van de Centrale Bank kan verbeteren. Hoewel econometrische modellen in het verleden kwetsbaar zijn gebleken, met name voor het maken van prognoses, lopen ze het risico nog onnauwkeuriger te zijn bij het simuleren van extreme schokken, die ongekend zijn in de historische ervaring. Het is daarom niet vanzelfsprekend dat de publicatie van deze scenario's nuttige informatie toevoegt aan het begrip van het monetaire beleid en integendeel niet het risico met zich meebrengt dat de communicatie nog onduidelijker wordt.
Het derde punt betreft een sleutelwoord dat in het document wordt gebruikt en dat verwijst naar de kracht (of macht, in het Engels: forcefulness) waarmee de centrale bank van plan is te reageren op aanzienlijke en aanhoudende afwijkingen van de inflatie ten opzichte van de doelstelling van 2 procent . Het is met name niet duidelijk waaruit deze intentie bestaat. Het document verwijst naar de maatregelen die de afgelopen tien jaar door dezelfde centrale bank zijn genomen, zowel toen de inflatie extreem laag was als toen er deflatoire druk heerste, zoals in de periode 2014-2018, als toen de inflatie sterk toenam, zoals in 2021-2022. Achteraf gezien kunnen die maatregelen, en de manier waarop ze in beide omstandigheden zijn geïmplementeerd, echter nauwelijks als sterk of krachtig worden gekarakteriseerd.
In het afgelopen decennium heeft de ECB bijvoorbeeld, geconfronteerd met zeer lage inflatiecijfers en deflatoire risico's, lang gespeeld met maatregelen die ineffectief bleken, zoals negatieve rentetarieven en aankondigingen over de ontwikkeling van de rentetarieven (de zogenaamde forward guidance), alvorens begin 2015 uiteindelijk te besluiten om – op dat moment met kracht en vastberadenheid – staatsobligaties van lidstaten op te kopen (de zogenaamde kwantitatieve verruiming) om de hoeveelheid geld in omloop te vergroten, zoals de Amerikaanse Federal Reserve dat sinds 2008 deed. De hoop is dat de ECB, mocht er een nieuw deflatoir risico ontstaan, snel haar toevlucht neemt tot het meest effectieve instrument, zonder eerst de rentetarieven negatief te hoeven maken.
Wat de meest recente inflatie-ervaring betreft, werd de monetaire verkrapping in 2022 vertraagd door de toezegging van de ECB aan de markten om eerst een einde te maken aan haar marktkoopbeleid. De rentetarieven werden pas eind juli 2022 verhoogd, na acht jaar van negatieve rentetarieven, toen de inflatie al boven de 8 procent lag. De aanhoudende rentetarieven die lager lagen dan de verwachte en voorspelde inflatie en de aankopen van staatsobligaties droegen bij aan de inflatiedruk in 2022. Ook hier mogen we verwachten dat de centrale bank sneller en vastberadener zal optreden om de inflatie in de toekomst te bestrijden en zich niet zal binden aan toezeggingen die contraproductief kunnen blijken.
Hoe dan ook, afgezien van de min of meer nieuwe strategieën en verplichtingen, geldt ook voor het monetaire beleid het oude Engelse gezegde over de kwaliteit van de pudding: pas nadat je de pudding hebt opgegeten, kun je een goed oordeel vellen.
Meer over deze onderwerpen:
ilmanifesto