De spreeuwenzwerm, het wiskundige raadsel van “Le Monde” nr. 58

Een zwerm spreeuwen had, waarschijnlijk na een lange reis, zijn intrek genomen in een rij bomen langs de weg naast ons huis. Het is moeilijk voor te stellen hoe dol deze vogels op rekenen zijn, maar dit is wat iedereen die de moeite heeft genomen om hun taal te leren, zou hebben gehoord.
De vogels op de eerste boom zeiden tegen de vogels op de tweede:
"Als een van jullie zich bij ons zou aansluiten, zouden we net zoveel vogels op onze twee bomen zijn. »
De vogels in de tweede boom waren het ermee eens en vertelden vervolgens precies hetzelfde aan de vogels in de derde boom. Vervolgens vertelden de vogels op de derde boom hetzelfde aan de vogels op de vierde, enzovoort, tot aan de vogels op de voorlaatste boom. Deze vertelden op hun beurt aan de vogels op de laatste boom dat als een van hen zich bij hen zou voegen, ze met evenveel zouden zijn op hun twee bomen.
De vogels waren zeer tevreden met deze perfecte numerieke verdeling, maar na er even over nagedacht te hebben, riepen de vogels in de laatste boom naar alle anderen:
"Onze boom is degene waar we het talrijkst zijn. En toch, als één van jullie van elk van jullie bomen zich bij ons zou aansluiten, zouden jullie nog steeds twee keer zo talrijk zijn op al jullie bomen samen als wij alleen op die van ons."
Deze laatste opmerking zorgde voor een hoop enthousiasme onder de vogels en het geluid trok de aandacht van de kat die in de buurt lag te slapen. De katachtige kwam dichterbij en begon in de eerste boom te klimmen, in de hoop iets te vangen om zijn maag te vullen. Maar toen ze hem zagen aankomen, vlogen de vogels van de eerste boom weg en verspreidden zich over de andere bomen.
Toen riep een van de spreeuwen:
Grappig, alles wat we eerder zeiden is nog steeds waar! »
Na deze verklaring ontstond er zoveel gejuich bij de vogels, dat de kat er zonder meer vandoor ging.
Kunt u zien hoeveel vogels er in de zwerm spreeuwen zitten?
U hebt nog 2,46% van dit artikel te lezen. De rest is gereserveerd voor abonnees.
Le Monde