Israël keurt wetsvoorstel doodstraf voor 'terroristen' goed in eerste stemming, te midden van kritiek op de uitvoering ervan

Het wetsvoorstel om de doodstraf toe te passen op "terroristen" die ervan worden beschuldigd Israëlische burgers te hebben vermoord, werd maandagavond in de Knesset (het Israëlische parlement) in eerste lezing aangenomen, in totaal drie , met 39 stemmen voor en 18 stemmen tegen.

Het project, dat wordt gepromoot door Jewish Power, de partij van de extreemrechtse minister Itamar Ben Gvir, is erop gericht de doodstraf toe te passen op degenen die door Israël als "terroristen" worden beschouwd en die "de dood van een Israëlische burger veroorzaken vanwege racisme of vijandigheid jegens de bevolking, met als doel de staat Israël schade toe te brengen en de wederopstanding van het Joodse volk in hun land te bewerkstelligen", aldus de Knesset in een verklaring.

Bovendien staat in het wetsontwerp, dat nog door de commissie en vervolgens in twee stemmingen in de plenaire vergadering moet worden goedgekeurd, dat de doodstraf door Israëlische militaire rechtbanken in het Palestijnse gebied van de Westelijke Jordaanoever kan worden opgelegd "door een eenvoudige meerderheid van de rechters van de rechtbank van eerste aanleg", en niet door unanimiteit, en dat deze "niet kan worden omgezet" in een lichtere straf.

Tijdens de plenaire vergadering waarin de wet werd besproken, waarvan Palestijnse organisaties beweren dat deze vooral Palestijnse burgers treft, verklaarde de radicale minister Ben Gvir dat, indien definitief goedgekeurd, "het de belangrijkste wet in de geschiedenis van de staat Israël zal zijn."

"Elke terrorist weet: dit is de wet die afschrikt. Het is de wet die angst inboezemt", zei Ben Gvir.

In een verklaring benadrukten verschillende Palestijnse mensenrechtenorganisaties, waaronder het Palestijnse Centrum voor de Rechten van de Mens en de Onafhankelijke Commissie voor de Rechten van de Mens, dat als het wetsvoorstel wordt aangenomen, "de doodstraf wordt opgelegd aan iedereen die een Israëliër om nationalistische redenen doodt."

Zij hekelen dat "het gevaarlijkste aspect van het nieuwe wetsvoorstel de terugwerkende kracht ervan is, een ongekende praktijk in elk wetgevingsproces, met name in het strafrecht", waarbij de terugwerkende kracht van wetshervormingen doorgaans alleen wordt toegepast op die hervormingen die het meest gunstig zijn voor de verdachte.

Volgens Palestijnse organisaties is het project "gericht op het legitimeren van massa-executies van honderden Palestijnse gevangenen, met name leden van de Al Qassam Brigades (de gewapende tak van Hamas), die sinds 7 oktober 2023 zijn gearresteerd."

"Het hoofddoel van de voorgestelde wetgeving is dan ook om de behoefte aan wraak of vergelding te bevredigen, en niet zozeer om toekomstige acties te ontmoedigen of te voorkomen", voegen ze toe.

Ook de islamitische groep Hamas beweerde dat Israël met deze wet de "systematische en massale moord" op Palestijnen wil "legaliseren" .

"De goedkeuring in de eerste lezing van de wet voor de executie van Palestijnse gevangenen in de zogenaamde zionistische Knesset is een verlengstuk van de racistische en criminele aanpak van de zionistische regering en een poging om de systematische moord op ons Palestijnse volk, dat onder bezetting leeft, te legaliseren", aldus Hamas in een verklaring.

De islamistische groep omschreef het voorstel als "sadistische" wetgeving en een "flagrante minachting voor internationale wetten en verdragen, waaronder het internationaal humanitair recht en de beginselen van mensenrechten."

Hamas riep de internationale gemeenschap, en met name de Verenigde Naties, op om de wet te veroordelen en druk uit te oefenen op Israël om zijn besluit terug te draaien.

Bovendien riep hij op tot de oprichting van een internationale commissie die Israëlische gevangenissen moet bezoeken en de omstandigheden moet onderzoeken waaraan Palestijnse gevangenen worden blootgesteld. Zij hebben herhaaldelijk aangegeven dat ze worden gemarteld, mishandeld en dat hun voedsel, hygiëneproducten en slaap worden onthouden.

De Israëlische autoriteiten gebruiken de term 'terrorist' voor Palestijnen die hun soldaten of illegaal op de Westelijke Jordaanoever verblijvende kolonisten aanvallen, maar ook voor Palestijnen die daadwerkelijk aanvallen uitvoeren op Israëlisch grondgebied.

Onder deze term zijn het Israëlische leger en de politie zelfs zo ver gegaan om kinderen die stenen naar hun troepen hebben gegooid, journalisten in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever en andere mensen van wie de banden met gewapende groeperingen nooit zijn bewezen, als terroristen te bestempelen .

Ben Gvir, verantwoordelijk voor de portefeuille Nationale Veiligheid in Israël, heeft ook aangedrongen op strengere omstandigheden voor Palestijnse gevangenen. Deze geven regelmatig aan dat ze mishandeld en zelfs gemarteld worden en dat ze niet kunnen slapen, niet genoeg eten of geen goede hygiëne hebben.