Elmar Wagner gaat met pensioen: hij vormde generaties sportjournalisten


Eén fenomeen vergezelde Elmar Wagner gedurende zijn hele journalistieke carrière: overal waar hij was, heerste een geest van optimisme. Hij speelde hierin een rol doordat hij voortdurend op zoek was naar nieuwe dingen, anderen meesleepte en motiveerde.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.
Pas de instellingen aan.
Toen Wagner in 1991 bij de sportredactie van het NZZ kwam, werd die steeds meer gedreven door de vraag naar taalkundig hoogstaande journalistiek. Hij was hiervoor voorbestemd; zijn scriptie, die hij het jaar ervoor schreef, was getiteld "De ontwikkeling van de metafoor in de sportverslaggeving". Wagner richtte zich ook op degenen die niet hadden gewacht op de stijlpirouettes van de grote schrijvers van die tijd, maar die, zoals altijd, vooral competente informatie van het NZZ wilden. Hij verdiepte zich in complexe en gevoelige onderwerpen en maakte naam, met name in de wielersport en de skisport. Later onderscheidde hij zich ook door onderzoek naar FIFA en als expert in de sporten die hij zelf met passie beoefende: triatlon en langlaufen.
Van 1998 tot 2001 was Wagner sportredacteur bij het nieuwsmagazine "Facts", dat met zijn onconventionele aanpak de Zwitserse mediawereld op zijn kop zette. Vervolgens sloot hij zich aan bij de oprichters van "NZZ am Sonntag", dat eveneens de journalistiek wilde heroverwegen. In 2008 nam hij de leiding over de gecombineerde sportrubriek voor de week- en zondagedities. Hij gaat nu met pensioen, na zeventien jaar in deze functie, waarin hij maar één ding nooit heeft meegemaakt: stagnatie.
Degenen die onder Wagner werkten, profiteerden van een inspirerende sfeer. Hij communiceerde zijn verwachtingen helder en daadkrachtig, maar gaf redacteuren tegelijkertijd de vrijheid en verdedigde hen bij moeilijkheden. Wagner stelde mensen die van carrière veranderden herhaaldelijk in staat om over te stappen naar de sportjournalistiek. De leden van zijn teams kregen de kans om zich te ontwikkelen.
Dit gold met name voor de Olympische Spelen en de WK's. Begin 2014, een jaar vol hoogtepunten, vertelde Wagner aan een vakblad: "Ik kijk ernaar uit, want wij van de sportafdeling zijn bij grote evenementen altijd bijzonder goed in vorm." Dit gold vooral voor hem, omdat hij zijn collega's vanuit Zürich ter plekke ondersteunde tijdens de evenementen. Hoewel hij zelf graag schreef, besteedde hij het grootste deel van zijn professionele leven aan het coachen van andere schrijvers.
Wagner gaf ongeveer twintig jaar stijlcursussen aan beginnende sportjournalisten in Magglingen. Het handhaven van een hoog taalniveau stond bij hem centraal: wie in de NZZ "Kapitän" in plaats van "Captain" of "das Achtelfinale" in plaats van "der Achtelfinal" schreef, kon rekenen op een reprimande.
In conflictsituaties voelde Wagner perfect aan hoe ver hij moest gaan om zijn stem te laten horen zonder een interpersoonlijke relatie permanent te schaden. Hij behandelde zelfs een duursporter, wiens vermeende dopinggebruik hij nauwgezet onderbouwde met indirect bewijs in een artikel, met ontwapenende vriendelijkheid. En de atleet begroette hem hartelijk bij een latere ontmoeting, alsof er niets was gebeurd.
Hoewel hij de tijd had meegemaakt dat de krant NZZ Tour de France-verslaggevers zoals hijzelf betaalde voor een chauffeur, bezweek Wagner nooit voor de journalistieke gewoonte om in de loop der jaren cynisch te worden naarmate de budgetten krapper werden. Vooruitstrevend blijven was hem een tweede natuur: hij was een podcastfan toen jongere collega's het medium nog uitlachten, en hij kende elke relevante Netflix-serie en elke handige gadget voor duursporters. Mede dankzij zijn onuitputtelijke nieuwsgierigheid beïnvloedde Wagner hele generaties sportjournalisten.
nzz.ch