Onlangs passeerde de voorraad de grens van een miljoen, en de hausse duurt voort.

Het aantal balkoncentrales in Duitsland is in de eerste helft van het jaar met meer dan 220.000 toegenomen. Op 30 juni waren er dinsdag 1.009.390 van deze systemen geregistreerd bij het Bundesnetzagentur. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk iets hoger, aangezien er een termijn van één maand geldt voor late registraties en ondanks de verplichte registratieplicht niet alle systemen geregistreerd zijn.
De groei in de eerste helft van het jaar ligt daarmee ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar. Ook Carsten Körnig van de Duitse branchevereniging voor zonne-energie ziet vooralsnog geen significante vertraging: "Plug-in zonne-energie-apparaten blijven enorm populair. We verwachten dat de vraag hoog blijft", zegt hij. De belangrijkste factoren zijn de wettelijke vereenvoudigingen die de vorige federale regering heeft doorgevoerd, evenals de recente prijsdaling van de systemen.
Een andere factor die bijdraagt aan de hausse zou het feit kunnen zijn dat steeds meer bekende retailers deze apparaten in hun assortiment opnemen. "Dit zou de perceptie moeten versterken dat balkoncentrales mainstream zijn geworden", aldus Körnig.
Hoogste dichtheid in NedersaksenHet is niet verrassend dat de meeste balkoncentrales zich bevinden in de dichtstbevolkte deelstaten Noordrijn-Westfalen en Beieren, met respectievelijk meer dan 200.000 en meer dan 150.000. Vergelijkt men het aantal centrales echter met het aantal huishoudens dat het Federaal Bureau voor de Statistiek registreert, dan zijn Nedersaksen en Rijnland-Palts de koplopers. Daar zijn er respectievelijk iets minder dan 34 en iets minder dan 31 centrales per 1000 huishoudens. Brandenburg, met iets meer dan 28, en Sleeswijk-Holstein, met meer dan 27, zitten ook ruim boven het landelijk gemiddelde van iets minder dan 25.
De laagste dichtheden zijn echter te vinden in de stadstaten, met Hamburg als hekkensluiter met iets minder dan 8 per 1000 huishoudens. De structuur van de gebouwenvoorraad is hier waarschijnlijk de doorslaggevende negatieve factor. Van de niet-stedelijke deelstaten scoren Noordrijn-Westfalen en Beieren echter slecht, met respectievelijk iets meer dan 23 en iets minder dan 24 systemen per 1000 huishoudens.
ad-hoc-news