Duitse staalbedrijven hebben het moeilijk: de energie die ze nodig hebben voor hun hoogovens is duur en de staalprijzen van buitenlandse concurrenten zijn vaak laag.

Door de felle concurrentie uit het buitenland en de zwakke economie produceert de Duitse staalindustrie aanzienlijk minder staal. De binnenlandse ruwstaalproductie daalde in de eerste helft van het jaar met bijna 12 procent tot 17,1 ton, aldus de Berlijnse staalindustrievereniging. Een blik op voorgaande jaren laat duidelijk zien dat de daling extreem scherp is: in de eerste helft van 2023 daalde de ruwstaalproductie in Duitsland met 5 procent en steeg met 4,5 procent in de eerste helft van 2024. Nu keldert het cijfer.
"De productiedaling in onze sector laat zien hoe dramatisch de situatie is voor Duitsland als industriële vestigingsplaats", aldus Kerstin Maria Rippel, directeur van de vereniging. De productie van ruwstaal ligt op het niveau van de financiële crisis van 2009. Staalbedrijven lijden vooral onder de zwakke binnenlandse vraag vanuit belangrijke afnemerssectoren zoals de bouw, de machinebouw en de auto-industrie.
"Wat we nu nodig hebben, is een staaltop als een topbijeenkomst op het hoogste politieke niveau met onze industrie", aldus Rippel. Het is cruciaal dat de betrokkenen zorgen voor de tijdige en betrouwbare implementatie van de bekende maatregelen, zoals effectieve Europese handelsbescherming en concurrerende elektriciteitsprijzen. Vooral de hoge energieprijzen blijven een zware belasting voor het concurrentievermogen.
Politiek gezien moeten we er nu alles aan doen om internationaal concurrerende en op lange termijn betrouwbare elektriciteitsprijzen te garanderen voor energie-intensieve industrieën zoals de staalindustrie", aldus het hoofd van de staalvereniging. "Een eerste, dringend noodzakelijke stap is de snelle verlaging van de transmissienettarieven."
Thyssenkrupp staaldivisie schrapt banenDe Duitse staalindustrie staat al geruime tijd onder druk. Zo kampt de grootste staalproducent van Duitsland, Thyssenkrupp Steel Europa (TKME), met verliezen en is hij afhankelijk van banenverlies. Rond de jaarwisseling telde het bedrijf 27.000 werknemers; tegen 2030 zal dit aantal naar verwachting dalen tot slechts 16.000 – door verlaging van de productiecapaciteit en banenverlies, maar ook door outsourcing of verkoop van bedrijfsonderdelen.
Onlangs ging het management, na stevige onderhandelingen met vakbond IG Metall, akkoord met een drastisch bezuinigingsplan dat het inkomen van werknemers gemiddeld met acht procent zal verlagen.
ad-hoc-news