Water besparen in de tuin: xeriscaping, bostuin & regenwateropvang

Ik kijk naar de lucht en vervolgens naar de weer-app: Komt de beloofde regen? Begin dit jaar zag het er niet goed uit. Volgens de Duitse weerdienst (DWD) viel er van begin februari tot half april gemiddeld slechts zo'n 40 liter regen per vierkante meter – een absoluut recordlaagte sinds het begin van de metingen in 1931. Het resultaat: volgens de droogtemonitor van het Helmholtz Zentrum für Umweltforschung is de bodemdroogte al uitzonderlijk hoog – en de zomer moet nog komen. Met de volgende tuinier- en irrigatiemethoden kunnen de bodem en de planten echter ook in droge periodes duurzaam gezond worden gehouden.
Eerst het slechte nieuws: uw geliefde gazon is de grootste waterverslinder. Afhankelijk van de locatie, de bodemsoort, het type gazon en het weer, kan het oplopen tot vijf liter per vierkante meter per dag. De behoefte loopt dus snel op, vooral tijdens langdurige droge periodes. Een tuin die op verschillende niveaus is aangelegd, bespaart daarentegen water. In de zogenaamde bos-tuin worden inheemse bomen, struiken, heesters en bodembedekkers gebruikt die de vegetatie aan de rand van het bos imiteren. De natuurlijke vegetatie bespaart water op twee manieren. Door de verschillende worteldieptes halen de planten efficiënter vocht uit de bodem. Bovendien zorgt de variatie in groeihoogte voor een koeler microklimaat, waardoor er minder verdamping is en de bodem langer vochtig blijft.
Tijdens langdurige droogte bereiken veel planten hun grenzen. Typische tekenen van zogenaamde droogtestress zijn slappe, verkleurde of beschadigde bladeren. In een later stadium werpen ze bladeren, bloemen en vruchten af om energie te besparen. Op de lange termijn zal een klimaataangepaste plantenselectie met behulp van de xeriscapingmethode helpen. De term is samengesteld uit het Griekse woord “xeros” (droog) en het Engelse woord “landscaping” (tuinontwerp) en werd begin jaren 80 bedacht in het droge zuidwesten van de VS. Het basisidee: vermijd planten die veel water nodig hebben en gebruik planten die bestand zijn tegen droogte. Maar de tuin hoeft er niet uit te zien als een woestijn. Afhankelijk van de standplaats kunt u waterminnende planten zoals hortensia's, zwarte bessen en lijsterbessen vervangen door even aantrekkelijke vetplanten, lavendel, gele kornoelje en zwarte vlier.

Planten die met minder water kunnen overleven, zijn goed bestand tegen droge zomers.
Bron: IMAGO/Frank Rogozienski
En vergeet niet te mulchen! Door de bedden met organisch materiaal te bedekken, voorkomt u dat de grond uitdroogt.

De kornoelje heeft bovendien minder water nodig dan andere inheemse soorten.
Bron: IMAGO/Zoonar.com/Jürgen Hust
Vooral tijdens langdurige droogteperiodes is kraanwater voor het besproeien van de tuin taboe. Naast het hoge kostenaspect staat de leveringszekerheid voorop. Wat in de tuin sijpelt, is niet meer beschikbaar voor andere doeleinden. Regenwater is hierbij het toverwoord: indien er voldoende ruimte is, kunt u het beste meerdere vaten neerzetten en deze aan goten koppelen, om zoveel mogelijk neerslag op te vangen. Ondergrondse waterreservoirs zijn geschikt voor regenachtige gebieden, omdat ze tijdens de nattere maanden grote hoeveelheden water kunnen opslaan. Maar ook op kleine balkons kan neerslag worden opgevangen, bijvoorbeeld in emmers of door een zeil op te hangen dat het water over een groot oppervlak opvangt. Ook grijs water uit het huishouden kan worden hergebruikt voor bewatering, mits het geen toevoegingen zoals zeep bevat. Vang eenvoudig het water op van het schoonmaken van fruit en groente, of het koude water van de douche, en gebruik dit als gietwater.
Het beste waterreservoir is de tuin zelf. Het absorbeert vocht en voert dit tijdens droge periodes weer terug in de kringloop. Maar alleen als er effectief water wordt gegeven, anders stroomt het water gewoon weg. Zo gaat bewateren zo efficiënt mogelijk om met hulpbronnen:
- Minder vaak, maar wel overvloediger: één à twee keer per week flink water geven is meestal voldoende. Lichte uitdroging stimuleert zelfs de wortelgroei van de planten: ze wortelen dieper en worden stressbestendiger.
- Het juiste moment: Idealiter wordt de tuin 's ochtends bewaterd. Op dit tijdstip is de aarde nog koel en is er minder kans op verdamping dan overdag. Stop met water geven zodra er plassen ontstaan, om wateroverlast en wortelrot te voorkomen.
- Geef water dicht bij de grond: Geef water aan struiken, groenten en jonge planten direct bij de wortels. Hiermee voorkomt u dat er vocht op de bladeren komt en er schimmelvorming kan optreden. Druppel- en bubbelslangen kunnen hierbij helpen en het waterverbruik met wel 70 procent verminderen.
- Slim water geven: Automatische irrigatiesystemen met vochtigheidssensoren in de bedding helpen om de hoeveelheid en timing van watergift optimaal aan te passen aan de behoefte. In combinatie met regenwatercollectoren zijn ze bijzonder energiezuinig.

Slimmer water geven kan ook met ollas. Dit zijn poreuze kleipotten die in de grond worden begraven.
Bron: IMAGO/Martin Bertrand
- Rustieke techniek: Met ollas is dit iets gemakkelijker. De poreuze kleipotten worden in de bedding begraven en gevuld met water. Ze laten alleen water vrij als de grond eromheen droog is. Hierdoor bespaart u kostbare middelen en tijd, omdat de ollas dagenlang voor de bewatering zorgen.
rnd