Online retail: veel consumenten trappen in nepwebwinkels
Online handel bloeit – en trekt criminelen aan. Consumenten zijn keer op keer slachtoffer van fraude. Dat kan duur zijn.
Regelmatig worden consumenten door nepwebwinkels in de val gelokt: één op de vier (24 procent) mensen in dit land is al slachtoffer geworden van onlinefraude, zo blijkt uit een onderzoek onder 1.000 volwassenen dat Schufa in februari liet uitvoeren. Evenveel mensen (25 procent) kennen wel iemand in hun omgeving bij wie dit al is gebeurd.
Vaak is de schade aanzienlijk: zes op de tien fraudeslachtoffers (61 procent) geven aan financiële schade te hebben geleden. Bijvoorbeeld omdat ze geen goederen geleverd kregen of omdat de goederen van mindere kwaliteit waren.
Een andere oplichtingsmethode die criminelen vaak succesvol gebruiken is oplichting, waarbij feiten worden verdraaid om slachtoffers ertoe aan te zetten geld over te maken.
Identiteitsfraude: Criminelen gebruiken zonder toestemming de persoonlijke gegevens van anderen om zichzelf te verrijken.
Abonnementvalkuilen: Gebruikers worden verleid tot langlopende contracten, waarvan de kosten vaak pas later duidelijk worden. Bij een derde van alle gevallen van onlinefraude (34 procent) lag de schade tussen de 100 en 1.000 euro, en iets meer dan een op de vier (28 procent) leed een schade tussen de 1.000 en 10.000 euro. In vier procent van de gevallen was de waarde meer dan 10.000 euro. Volgens de slachtoffers zijn ook gevoelige gegevens, zoals wachtwoorden (16 procent), bank- of creditcardgegevens (17 procent) en persoonlijke gegevens zoals adres en geboortedatum (19 procent), in handen van criminelen gevallen. Om zichzelf te beschermen tegen cybercriminaliteit vertrouwen consumenten vooral op zo veilig mogelijke wachtwoorden (58 procent). Ruim een derde (35 procent) van de mensen die al eens slachtoffer zijn geworden van online fraude, geeft aan daarna hun inloggegevens te hebben gewijzigd.
süeddeutsche
