Pieter Elbers' Handboek voor het omvormen van IndiGo tot een wereldwijde vervoerder

IndiGo domineert het Indiase luchtruim. Het moeilijkste is om de regionale markt te doorbreken en te concurreren met de giganten in Europa, het Midden-Oosten en daarbuiten.

IndiGo, al de grootste luchtvaartmaatschappij van India, heeft Pieter Elbers aangetrokken om de expansie te versnellen. Onder zijn leiding als CEO versnelt het bedrijf zijn internationale groei, terwijl het de transformatie doormaakt van een regionale speler naar een belangrijke grensoverschrijdende luchtvaartmaatschappij.

Er zijn meer dan 100 langeafstandsvliegtuigen onderweg. IndiGo heeft 60 A350-900 widebody-toestellen in bestelling staan, plus meer dan 60 A321XLR's – de laatste worden naar verwachting voor het einde van het jaar aan de vloot toegevoegd. Er zijn ook honderden andere korte- en middellangeafstandsvliegtuigen in de pijplijn.

De luchtvaartmaatschappij wil graag uitbreiden, maar wilde niet wachten op de levering van de gloednieuwe A350's.

Als tijdelijke oplossing least de luchtvaartmaatschappij 787 Dreamliner-vliegtuigen van de Europese luchtvaartmaatschappij Norse Atlantic. Dankzij deze uitgeleende vliegtuigen kon IndiGo eerder deze maand vluchten naar Amsterdam en Manchester starten.

In een gesprek met Skift in Manchester opende Elbers het gesprek met een korte herinnering: kosten bepalen de vliegtarieven en de positionering van een luchtvaartmaatschappij in de markt. Typische korteafstandsvluchten van IndiGo kennen een à-la-carte-aanbod. Het is een "betaal wat je gebruikt"-aanpak die door talloze luchtvaartmaatschappijen wereldwijd wordt gehanteerd.

De aard van de intercontinentale netwerkuitbreiding van IndiGo vereist echter een andere aanpak. Het is wat Elbers zijn 'fit-for-purpose' productontwikkelingsmethodologie noemt.