Niet-katholieke beoefenaar

Een praktiserend niet-katholiek zijn, lijkt misschien een contradictio in terminis. Hoe kun je een geloof beoefenen dat je niet belijdt? Hoe kun je een religieuze traditie naleven zonder de dogma's ervan te accepteren of in God te geloven? Maar misschien onthult deze schijnbare tegenstrijdigheid in werkelijkheid een nieuwe vorm van spiritualiteit, een vorm die ethiek boven geloof stelt, en actie boven toewijding.
Een ‘praktiserend niet-katholiek’ zijn betekent dat je de centrale waarden van het katholicisme – die voortvloeien uit het Nieuwe Testament – als leidende principes voor het leven omarmt: mededogen, sociale rechtvaardigheid, menselijke waardigheid, acceptatie van anderen, vergeving en vooral liefde voor de naaste. Het is niet nodig om in het bovennatuurlijke te geloven om de transformerende kracht van deze waarden te herkennen. Geloof gewoon in de mensheid, in co-existentie en in de noodzaak van een rechtvaardigere wereld.
Paus Franciscus is de laatste jaren een centrale figuur geworden in deze hereniging van christelijke ethiek en seculier geweten. Door het kerkelijke discours opnieuw te richten op de armen, de vluchtelingen, de klimaatcrisis, de periferieën en de vergetenen, gaf Franciscus uiting aan een geloof dat met concrete gebaren wordt beoefend – zelfs door hen die niet langer in de instelling of zelfs in God geloven. Zijn voorbeeld gaf veel ongelovigen de moed om volgens christelijke principes te leven, niet als een religie, maar als een manier om in de wereld te zijn.
Franciscus liet zien dat het mogelijk is om diep christelijk te zijn in je daden, ook buiten de Kerk. Door de barrières tussen gelovigen en ongelovigen af te breken, creëerde hij een gemeenschappelijke ruimte waarin humanisme, solidariteit en sociale rechtvaardigheid de ware vorm van aanbidding zijn. Velen die zich van hem hadden afgekeerd, vonden in hem een reden voor hoop en een voorbeeld van ethisch gedrag. Niet omdat ze in de hemel geloven, maar omdat ze de aarde willen veranderen.
Met deze hoop beschouwen wij nu het begin van het pontificaat van paus Leo XIV. Moge hij weten hoe hij de erfenis van Franciscus kan voortzetten: een Kerk met open deuren, dichter bij de gemarginaliseerden dan bij dogma's, meer begaan met de armen dan met seksuele moraal, actiever in de wereld dan op de altaren. Moge deze geest die niet-katholieke beoefenaars inspireert, ook levend blijven — zij die de boodschap van Christus leven zonder geloof, maar met een diepe morele overtuiging.
Uiteindelijk schuilt de spiritualiteit van onze tijd misschien wel in deze vruchtbare paradox: Christus volgen zonder Hem te aanbidden, het Evangelie naleven zonder in wonderen te geloven, handelen in het algemeen belang zonder eeuwige beloning te verwachten. Want, zoals Jezus zelf leerde: “aan hun vruchten zult u hen kennen.” En er groeien veel christelijke vruchten aan bomen die zichzelf niet katholiek noemen.
observador