Prins Harry bezoekt mijnenveld in Angola

Volgens de Britse non-gouvernementele organisatie trok de hertog van Sussex woensdag een kogelvrij vest aan en liep hij door een mijnenveld in de buurt van een dorp in Cuito Cuanavale, in het zuiden van Angola.

De HALO Trust is dezelfde organisatie waarmee prinses Diana samenwerkte toen ze in januari 1997 een voormalig mijnenveld in Huambo bezocht, zeven maanden voordat ze omkwam bij een auto-ongeluk in Parijs.

Angola telt nog steeds duizenden mijnenvelden, overblijfselen van het langdurige gewapende conflict dat in 2002 eindigde. Ze vormen nog steeds een directe bedreiging voor de levens van de bevolking en een obstakel voor ontwikkeling.

Volgens de HALO Trust, die sinds 1994 in Angola actief is, zijn sinds 2008 minstens 60.000 mensen gedood of gewond geraakt door landmijnen.

De organisatie zegt dat het meer dan 120.000 mijnen en 100.000 andere explosieven heeft gelokaliseerd en verwijderd in Angola, een land dat het als strategische partner beschouwt.

Ondanks de vooruitgang zijn er nog steeds ongeveer 975 mijnenvelden in Angola, waarvan er 192 langs de strategische Lobito Corridor liggen.

Het is niet de eerste keer dat Prins Harry van het Verenigd Koninkrijk Angola bezoekt.

In 2019 bezocht de hertog van Sussex de voormalige landmijnlocatie in Huambo, die 22 jaar geleden door zijn moeder, Diana van Wales, was bezocht.

In 2013 was Harry in het land en uitte hij zijn woede over enkele landen die er niet in waren geslaagd mijnen te ruimen in Afrika.

Dinsdag ontving de Angolese president João Lourenço de hertog van Sussex om de mijnenruimingswerkzaamheden van de HALO Trust te ondersteunen. Hij sprak de intentie uit om de operaties nog eens drie jaar te financieren.

De aankondiging werd gedaan door de directeur van de organisatie, James Cowan, die de nieuwe toezegging van Angola deelde dat het de activiteiten nog eens drie jaar zal financieren.

Angola maakte in juni bekend dat het in december voor de derde keer, en met vijf jaar, een verlenging zal aanvragen van de termijn om zich te ontdoen van antipersoonsmijnen, zoals vereist in artikel 5 van het Verdrag van Ottawa.

De directeur-generaal van het Angolese nationale mijnenbestrijdingsagentschap, brigadegeneraal Leonardo Sapalo, merkte op dat de provincies Luanda, Icolo e Bengo, Benguela, Huambo, Zaïre, Namibe, Cuanza Norte, Uíje en Malanje minder besmet zijn en bijna mijnenvrij zijn verklaard.

João Lourenço wil dat het land in 2027 mijnenvrij is en kondigde in oktober aan dat er de komende twee jaar 240 miljoen dollar (207 miljoen euro) zal worden geïnvesteerd in het mijnenruimingsprogramma.

Het Oekraïense parlement stemde dinsdag in met de terugtrekking van het land uit het Verdrag van Ottawa. Daarmee volgt het land het voorbeeld van Polen, Finland en de Baltische staten. De terugtrekking is het gevolg van de dreiging van Rusland, dat geen partij is bij het verdrag over antipersoonsmijnen.

Lees ook: Angolese president ontmoet prins Harry en versterkt steun voor mijnenruiming