Koolstofkredieten hebben een korte levensduur, maar kunnen wel als onderpand voor financiering worden gebruikt.

De transitie naar een koolstofarme economie vereist een steeds groter volume aan langetermijnfinanciering. Houders van koolstofkredieten kunnen deze gebruiken als onderpand voor financieringen en leningen, waardoor hun toegang tot financieringsbronnen wordt vergroot.
De gegarandeerde operatie kan bestaan uit projectfinancieringen die verband houden met de decarbonisatie, maar ook uit leningen of financieringen van andere aard, of zelfs uit het aantrekken van kapitaal op de kapitaalmarkt, zoals het uitgeven van obligaties.
Koolstofkredieten zijn verhandelbare activa met een economische waarde die een vermindering van de uitstoot van één ton koolstofdioxide (of het equivalent van andere broeikasgassen) vertegenwoordigen. Om als onderpand te kunnen worden gebruikt, moeten ze onafhankelijk gecertificeerd zijn met betrekking tot hun oorsprong in een project met extra voordelen ten opzichte van de bestaande milieusituatie, ook wel additionaliteit genoemd.
Wet nr. 15.042 van 2024 creëerde ook twee soorten verhandelbare effecten die op de markt kunnen worden verhandeld en ook als onderpand kunnen dienen: het Braziliaanse emissiequotum (CBE), dat het recht vertegenwoordigt om één ton koolstofdioxide-equivalent uit te stoten; en het geverifieerde emissiereductie- of verwijderingscertificaat (CRVE), dat overeenkomt met een koolstofkrediet dat voldoet aan bepaalde vereisten voor de methodologie van ontstaan, meting en registratie in een centraal register.
CO2-credits hebben een korte looptijd: ze worden gecreëerd met het doel om geannuleerd te worden ter compensatie van emissies. Dit staat niet in de weg aan het gebruik ervan als onderpand, maar vereist wel adequate contractuele bepalingen. Bijvoorbeeld de verplichting om het onderpand te registreren in het centrale register van het Braziliaanse systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten (SCBE) of in een ander register vóór uitbetaling, om te voorkomen dat de schuldenaar het actief annuleert zolang het onderpand blijft bestaan.
Het vervangen van onderpand is gebruikelijk bij projectfinanciering en houdt rekening met de verschillende fasen. Projecten die verband houden met de energietransitie kunnen voorzien in de geleidelijke vervanging van onderpand op koolstofkredieten door onderpand op projectactiva en -inkomsten, waardoor koolstofkredieten vrijkomen om de emissies van het project zelf in de operationele fase te compenseren.
Dat kan nu al, met koolstofkredieten die afkomstig zijn van hoogwaardige emissiereductieprojecten met een particuliere certificering.
terra




