Na het ‘ja’: wat gebeurt er na een transplantatie?

Portugal is een van de koplopers in transplantaties per hoofd van de bevolking (derde wereldwijd) en heeft daarom de verantwoordelijkheid om ook de complicaties ervan te beheersen. We kunnen de behandeling van deze aandoening transformeren door middel van een multidisciplinaire aanpak en patiëntenvoorlichting, en zo een vroege diagnose garanderen. De meest recente gegevens van de Nationale Organendonatie- en Transplantatie-activiteit geven aan dat er in 2024 932 transplantaties werden uitgevoerd, waarbij nieren het meest frequent getransplanteerde orgaan waren. Bovendien werd een "historisch record" van 1.156 geoogste organen geregistreerd, waarvan 1.083 afkomstig waren van overleden donoren.
20 juli is de Nationale Dag van Orgaandonatie en -transplantatie, een dag van dankbaarheid en een gelegenheid om te herdenken dat achter elk gered leven een daad van immense vrijgevigheid schuilgaat – het "ja" van iemand die besloot een deel van zichzelf te geven zodat een ander kon blijven leven. Maar er is iets dat niet altijd gezegd wordt: een transplantatie is niet het einde van het verhaal. Het is het begin van een nieuwe fase, en soms brengt die fase onverwachte uitdagingen met zich mee.
Als we het over transplantaties hebben, denken we aan hoop. En terecht. In Portugal hebben duizenden mensen al een tweede kans gekregen dankzij orgaandonaties of hematopoëtische cellen (bloed of beenmerg). Maar het succes van een transplantatie wordt niet alleen gemeten op het moment van de procedure. Het wordt gemeten in de dagen, maanden en jaren die volgen. Bij patiënten die een beenmergtransplantatie ondergaan, kan het lichaam onverwacht reageren. Een van de ernstigste complicaties is graft-versus-hostziekte (GVHD), een aandoening waarbij de gedoneerde cellen, in plaats van te integreren, het lichaam van de ontvanger aanvallen, alsof het nieuwe immuunsysteem het lichaam niet als vriend herkent en het begint te bestrijden. GVHD kan de huid, lever, darmen en andere organen aantasten, waardoor het vermogen om dagelijkse activiteiten uit te voeren wordt beïnvloed, psychische klachten ontstaan en de kwaliteit van leven wordt aangetast. Het kan kort na de transplantatie optreden, of in sommige gevallen maanden later. Hoewel er behandelingen beschikbaar zijn, blijft het een van de belangrijkste oorzaken van complicaties en sterfte na beenmergtransplantaties, waarbij onvervulde medische behoeften blijven bestaan. Daarom is voortdurende medische monitoring zo belangrijk. De transplantatie is een mijlpaal, maar niet het einde. Het is een komma in een verhaal dat zorg, monitoring en ondersteuning vereist.
Op deze Transplantatiedonordag willen we iedereen bedanken die "ja" heeft gezegd. Maar we willen iedereen er ook aan herinneren dat onze inzet voor transplantatiepatiënten niet stopt bij het toedienen van cellen. We moeten blijven investeren in onderzoek, toegang tot gespecialiseerde zorg en bewustwording. Want donor zijn betekent leven geven – en erop vertrouwen dat er voor dat leven gezorgd wordt.
Elke transplantatie is een brug tussen vrijgevigheid en wetenschap. Het is een brug tussen gever en ontvanger, tussen hoop en realiteit, maar het is ook een verbintenis met de toekomst. Een toekomst waarin iedereen die een nieuwe kans krijgt, deze ten volle kan beleven, met gezondheid en waardigheid.
Vandaag eren we de donateurs en hernieuwen we onze betrokkenheid bij iedereen die blijft strijden, ook na de ‘ja’-stem.
observador