Gebruiksaanwijzing voor vrouwen op het werk

Met een cv in de hand en ambitie in onze ogen betreden we de arbeidsmarkt. Maar niemand vertelt ons dat we, voordat we Excel kunnen gebruiken, een andere taal moeten leren: die van de onzichtbare choreografie.
Lach, maar niet te veel, want te veel enthousiasme maakt wanhopig. Kleed je goed, maar niet ‘teveel’. Te hoge hakken schreeuwen ‘zelfvertrouwen’ en zelfvertrouwen, als het van een vrouw komt, is dat irritant. Wees bekwaam, maar met de fijngevoeligheid van iemand die zich daarvoor verontschuldigt. "Als je me een beetje zou kunnen helpen, zou dat geweldig zijn." Vertaalde titel: Het lost het hele probleem op, maar het lijkt alsof het per ongeluk gebeurt.
Wij zijn er op een subtiele manier op getraind om talent leuk te maken. De juiste hoeveelheid intelligentie is die welke het comfort van anderen bevestigt. Overdaad kan verward worden met arrogantie. Vrouwelijk leiderschap moet zich verhullen in de vorm van vriendelijkheid, met een licht moederlijke toon, alsof ze zich verontschuldigt voor het geven van bevelen.
Dit wordt niet besproken in afstemmingsvergaderingen. Maar je voelt de stiltes die vallen als je een voorstel doet dat pas geaccepteerd wordt als een collega met een baard het opnieuw formuleert. Je verdient felicitaties omdat je ‘zo assertief bent, zonder agressief te zijn’ – alsof assertiviteit van nature mannelijk is, en als het van jou komt, is het een wonder.
Het is een spel van emotionele jongleren, waarbij we zelfverzekerd maar altijd beschikbaar moeten lijken. Sterk, maar met empathie. Deskundig, maar bescheiden. Eén verkeerde stap en je bent “gecompliceerd”, “gevoelig” en “moeilijk om mee samen te werken”.
Dat wordt niet gezegd, maar er wordt van je verwacht dat je weet hoe je ruimte inneemt, zonder dat het lijkt alsof je ruimte inneemt. Alsof we voortdurend op bezoek zijn in ons eigen succes.
En dat is vermoeiend. Maar het is een vermoeidheid die je leert te maskeren met blozen en hartelijke e-mails die eindigen met ‘een knuffel’. Want vrouw zijn op je werk gaat niet alleen over bewijzen dat je goed bent. Je moet het op een manier bewijzen, zodat het niet lijkt alsof je iets bewijst.
Het is dans. Het is een vermomming. Het is verzet.
En wie weet, op een dag stoppen we misschien met dansen en beginnen we in een rechte lijn te lopen, met onze eigen stappen – geheel, vrij, zonder handleiding.
(Als er zoveel zorg nodig was voor de aanwezigheid van een man op zijn werk, dan hadden ze de plek allang onbruikbaar verklaard.)
observador