De komst van postdemocratie in het digitale tijdperk

Democratie is niet gekozen omdat het het meest efficiënte systeem is of noodzakelijkerwijs de beste technische antwoorden oplevert, maar vanwege het vermogen om burgerparticipatie te vergroten en machtsverhoudingen transparant te maken in het politieke systeem dat diverse belangen vertegenwoordigt. Deze transparantie veronderstelt echter dat burgers de causale relaties tussen politieke beslissingen en de sociaaleconomische effecten ervan kunnen begrijpen.
Tegenwoordig wordt dit begrip onvermijdelijk bemiddeld door algoritmen die informatie filteren, ordenen en presenteren volgens ondoorzichtige en oppervlakkige logica. Tegelijkertijd versnippert de digitale versnelling van de politieke tijd de maatschappelijke aandacht, waardoor burgers geen blijvend begrip van complexe kwesties kunnen ontwikkelen. De snelheid waarmee schandalen, crises en urgente kwesties elkaar in een oogwenk opvolgen op digitale netwerken vernietigt de mogelijkheid om consistente politieke oordelen te vormen , een fundamentele vereiste voor de bewuste uitoefening van democratie.
Het liberale uitgangspunt van het autonome individu, dat in staat is tot onafhankelijke meningen, is onhoudbaar geworden in het tijdperk van totale algoritmische bemiddeling. Elke menselijke beslissing – van wat te kijken tot hoe politieke gebeurtenissen te interpreteren – wordt in toenemende mate gevormd door computationele systemen die patronen leren en deze naar vaak onbekende doelen sturen.
Individuele keuze wordt een illusie wanneer algoritmen niet alleen bepalen wat we zien, maar ook hoe we denken en handelen. Tegelijkertijd maakt de versnelling van de maatschappelijke aandacht het onmogelijk om democratische debatten te consolideren. De tijd die nodig is om complexe politieke kwesties – wetgeving, overheidsbeleid, internationale betrekkingen – te begrijpen, past zich niet aan de snelheid van digitale aandachtscycli aan, waarbij nieuwe onderwerpen binnen enkele uren opduiken en weer verdwijnen. Deze tijdelijke dissynchronisatie tussen politieke complexiteit en digitale snelheid ondermijnt de cognitieve basis voor noodzakelijke democratische participatie.
Huidige digitale technologieën creëren een perverse substitutie: ze ruilen effectieve participatie in voor een illusoire nabijheid tot macht . De algoritmische bemiddeling van sociale media biedt de sensatie van directe toegang tot leiders via hun digitale profielen, terwijl in werkelijkheid algoritmische tussenpersonen deze interacties volledig controleren. Een tweet waarop een politicus reageert of een opmerking die hij leuk vindt, vertegenwoordigt geen democratische participatie, maar eerder de consumptie van een algoritmische representatie van macht.
Deze schijnbare nabijheid wordt versterkt door aandachtsbeheersing: digitale platforms vangen en richten de maatschappelijke aandacht op vluchtige interacties, waardoor de tijd en cognitieve energie die nodig zijn voor fundamentele, inhoudelijke politieke betrokkenheid verloren gaat. Digitale democratie lijkt daarom dichtbij, juist omdat het echte participatie – traag, complex en veeleisend – vervangt door snelle, oppervlakkige interacties die de illusie van betrokkenheid bevredigen zonder daadwerkelijke politieke macht te genereren.
Het bereiken van democratische consensus lijkt veel moeilijker onder het regime van digitale versnelling en algoritmische bemiddeling. Algoritmen verdelen de samenleving in informatiebubbels , waardoor de publieke sfeer in gevaar komt en de publieke opinie niet gefundeerd kan worden, en waardoor politieke beslissingen en de relatie tussen maatschappij en overheid worden beïnvloed in de gemeenschappelijke ruimte waar verschillende perspectieven met elkaar in dialoog kunnen gaan.
Elke sociale groep begint een eigen informatieve realiteit te bewonen, gemedieerd door systemen die verschillen versterken om de betrokkenheid te behouden. Tegelijkertijd maakt de snelheid van digitale stromen elke consensus overbodig, nog voordat deze geconsolideerd is: op elk moment ontstaat er een nieuwe 'urgentie' die de collectieve aandacht verschuift en verhindert dat debatten uitgroeien tot stabiele politieke beslissingen.
Traditionele democratische instellingen – partijen, parlementen, sociale bewegingen, typisch voor het industriële tijdperk – opereren in temporaliteiten die onverenigbaar zijn met digitale versnelling en verliezen het vermogen om duurzame consensus te bewerkstelligen. Democratisch bestuur, dat afhankelijk is van minimaal stabiele sociale en politieke overeenkomsten, lost op in de voortdurende snelheid van algoritmisch gestuurde aandacht.
De dreigende epistemologische ineenstorting vertegenwoordigt de culminatie van totale algoritmische bemiddeling en de versnelling van de aandacht. Kunstmatige intelligentie en digitale creatie ondermijnen het vermogen om waarheid van onwaarheid te onderscheiden, waardoor een omgeving ontstaat waarin empirische verificatie onmogelijk wordt. Wanneer alle informatie potentieel manipuleerbaar is en elke bron potentieel vals, verdwijnt de epistemische basis van democratie – het vermogen van burgers om weloverwogen oordelen te vellen.
Deze crisis wordt verergerd door versnelling: er is geen tijd om informatie te verifiëren voordat nieuwe golven van content de maatschappelijke aandacht trekken. Dit is duidelijk zichtbaar in de opwarming van de aarde , waar wetenschappelijk bewijs concurreert met verzonnen verhalen; in oorlogen , waar echte en synthetische beelden samensmelten; in de economie, waar objectieve data worden ondergedompeld in algoritmisch versterkte interpretaties. De digitale vervreemding van het empirisme verloopt niet geleidelijk – ze versnelt exponentieel en dreigt de kloof tussen menselijke cognitie en de materiële realiteit onomkeerbaar te maken.
De samenloop van onontkoombare algoritmische bemiddeling en de voortdurende versnelling van de aandacht bedreigt niet alleen de democratie, maar maakt haar ook ontologisch onmogelijk. Burgers die achter schermen opgesloten zitten en wier begrip van de wereld volledig afhangt van ondoorzichtige algoritmen, kunnen de politieke autonomie die democratie veronderstelt, niet uitoefenen. Digitale snelheid elimineert de tijd die nodig is voor beraadslaging, reflectie en het vormen van gefundeerde politieke oordelen.
Wat hieruit voortkomt, is geen evolutie van de democratie, maar een vervanging ervan door iets fundamenteel anders: een systeem van algoritmische maatschappelijke governance waarbij belangrijke beslissingen worden genomen door computersystemen die de betrokkenheid optimaliseren en de aandacht controleren, zonder representatief te zijn voor de bevolking. Democratische politiek – gebaseerd op publiek debat, collectief overleg en geïnformeerde keuzes – wordt onmogelijk wanneer alle bemiddeling algoritmisch is en alle aandacht wordt versneld tot voorbij het menselijk vermogen om democratisch relevante informatie te verwerken. Digitale postdemocratie lijkt niet de toekomst van de democratie te zijn, maar misschien wel het trieste einde ervan.
Deze tekst geeft niet noodzakelijkerwijs de mening van CartaCapital weer.
CartaCapital