Wiesław Kozielewicz: Ik ben rechter bij het Hooggerechtshof, geen politicus
Voordat ik op deze vraag inga, wil ik u eraan herinneren dat meer dan 35 jaar geleden, als gevolg van het wetgevingsinitiatief van de regering van Tadeusz Mazowiecki, de wet van 20 december 1989 een nieuw systeem introduceerde voor het horen van tuchtzaken van rechters van alle soorten rechtbanken in Polen. Er werd bepaald dat de bevoegde instanties om over deze zaken te oordelen twee landelijke tuchtrechtbanken zouden zijn, samengesteld uit rechters die voor een termijn van vier jaar door de rechterlijke macht werden gekozen: in eerste instantie het tuchtrechtbank, en in tweede instantie het hogere tuchtrechtbank. Deze wet verving de oplossingen die gedurende 60 jaar van kracht waren op het gebied van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van rechters, d.w.z. vanaf 1 januari 1929, d.w.z. vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet van 1928 op de bescherming van persoonsgegevens. De disciplinaire oplossingen die in 1989 werden ingevoerd, zijn in de afgelopen 35 jaar drie keer gewijzigd: in 2001, 2017 en 2022. In het arrest van 6 juli 2023 in de zaak van rechter Tuleya tegen Polen heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de behandeling van disciplinaire zaken van rechters door de Kamer voor beroepsaansprakelijkheid niet in twijfel getrokken. In het op 24 juli 2024 in Brussel opgestelde verslag over de rechtsstaat stelde de Europese Commissie onder meer het volgende: "Polen heeft op bevredigende wijze twee 'overkoepelende mijlpalen' bereikt met betrekking tot de versterking van belangrijke aspecten van de onafhankelijkheid van de Poolse rechterlijke macht, als gevolg van de hervorming van het systeem van tuchtrechtelijke aansprakelijkheid voor rechters.
RP