Veranderingen in de beoordeling van leraren en schooldirecteuren. Er worden nieuwe criteria ingevoerd.


- Het Wetgevingscentrum van de Rijksoverheid heeft een ontwerpverordening van de minister van Onderwijs gepubliceerd tot wijziging van de verordening inzake de beoordeling van het werk van leraren.
- Momenteel wordt elke leraar beoordeeld op basis van verplichte prestatie-evaluatiecriteria.
- De nieuwe regelgeving garandeert bovendien dat de beoordeelde leerkracht of schooldirecteur commentaar kan leveren op het oordeel van de commissie.
De wijziging van de regelgeving is het resultaat van de werkzaamheden van het Team voor Beroepsbeoefenaars. Dit team bestaat uit vertegenwoordigers van de overheid, representatieve vakbonden, andere instellingen voor sociale dialoog en nationale lokale overheidsorganisaties.
Afschaffing van aanvullende criteria voor het beoordelen van de prestaties van lerarenHet werk van het team omvatte in het bijzonder de volgende oproepen:
- afschaffing van de aanvullende beoordelingscriteria voor het werk, bedoeld in § 2 lid 4 van de regeling,
- het wijzigen van enkele gedetailleerde criteria voor functiewaardering,
- een wijziging in de reikwijdte van de punten waarop de mate van vervulling van de criteria voor functiewaardering wordt beoordeeld,
- het waarborgen van meer transparantie in de werkbeoordelingsprocedure,
- het vergroten van de deelname van leraren aan het beroepsproces rond beoordelingsgesprekken.
Momenteel wordt elke leraar beoordeeld op basis van de toepasselijke criteria voor prestatiebeoordeling. Daarnaast kiezen zowel de schooldirecteur als de beoordeelde leraar één criterium uit de criteria zoals gespecificeerd in § 2, lid 4 van de regeling. Deze criteria worden ook meegenomen bij de beoordeling van de prestaties van een leraar.
Het nieuwe ontwerp maakt het niet langer nodig om leraren en schooldirecteuren te beoordelen op basis van aanvullende criteria die door leraren en schooldirecteuren worden vastgesteld. Daarom wordt de term "verplichte" prestatiebeoordelingscriteria in de verordening vervangen door de term "uitgebreide" prestatiebeoordelingscriteria. Tegelijkertijd worden de bestaande aanvullende prestatiebeoordelingscriteria opgenomen in de gedetailleerde prestatiebeoordelingscriteria op basis waarvan leraren worden beoordeeld.
- legt het Ministerie van Nationaal Onderwijs uit.
Hij stelt ook andere wijzigingen voor in de huidige criteria voor prestatiebeoordeling. Het criterium, dat momenteel betrekking heeft op de inhoudelijke en methodologische nauwkeurigheid van onderwijs-, educatieve en zorgactiviteiten, zal worden verduidelijkt. Leraren zullen worden beoordeeld op basis van de inhoudelijke en methodologische nauwkeurigheid van onderwijs-, educatieve en zorgactiviteiten, rekening houdend met de specifieke aard van de school en hun functie, waarbij gebruik wordt gemaakt van leerlingbetrokkenheidsmethoden, waaronder multimedia en IT-tools, die zijn aangepast aan de specifieke aard van de activiteiten.
Vereenvoudiging van het huidige beoordelingssysteem voor lerarenDaarnaast stelt het Ministerie van Nationaal Onderwijs een wijziging voor in de punten die worden gebruikt om het niveau van de prestatiebeoordelingscriteria te beoordelen. Momenteel kan een leraar die aan de criteria voldoet, het volgende ontvangen:
- van 0 tot 30 punten - in het geval van het verplichte criterium inzake de inhoudelijke en methodologische correctheid van de uitgevoerde onderwijs-, opvoedings- en zorgactiviteiten;
- van 0 tot 5 punten - voor andere verplichte criteria en aanvullende criteria.
Dit scoresysteem wordt als te complex beschouwd en kan de beoordeling van een bepaald criterium negatief beïnvloeden. Daarom stelt het project voor om het huidige scoresysteem te vereenvoudigen. Het niveau van de prestatiebeoordelingscriteria wordt beoordeeld met behulp van punten: 0, 1, 2 en 3, zonder breuken. Een vergelijkbare wijziging is gepland voor de beoordeling van de prestatiebeoordelingscriteria door de schooldirecteur.
- in de motivering toegelicht.
De conceptregeling garandeert tevens dat de beoordeelde leraar of schooldirecteur de gelegenheid krijgt om te reageren op het advies van de commissie. Er zijn twee mogelijkheden: mondeling, wanneer de conceptbeoordeling aan hen wordt voorgelegd, of schriftelijk, binnen vijf werkdagen na de indiening van de conceptbeoordeling.
portalsamorzadowy