Polen arresteert Oekraïense tiener die door Rusland is gerekruteerd om monument voor bloedbad te vernielen

Polen heeft een 17-jarige Oekraïner gearresteerd. Hij wordt ervan verdacht verantwoordelijk te zijn voor de veelbesproken vandalisering van een monument ter ere van de Polen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door Oekraïense nationalisten werden afgeslacht. Ook zou hij verantwoordelijk zijn geweest voor andere sabotagedaden.

Premier Donald Tusk beweert dat de tiener het zoveelste voorbeeld is van een jonge Oekraïner of Wit-Rus die is ingehuurd om in Polen namens Rusland dergelijke acties uit te voeren met als doel sociale en diplomatieke spanningen aan te wakkeren.

Vorige week werd een monument voor de slachtoffers van de massamoorden in Wolhynië, waarbij ongeveer 100.000 etnische Poolse burgers omkwamen, vernield door iemand die er de rood-zwarte vlag van het Oekraïense Opstandelingenleger (UPA) en de tekst "Ere zij de UPA" op had geschilderd.

De UPA was verantwoordelijk voor de massamoorden in Wolhynië, die voornamelijk gericht waren tegen etnische Polen, maar ook tegen andere minderheden zoals Joden . De slachting wordt in Polen beschouwd als een genocide en het tonen van de UPA-vlag wordt als zeer aanstootgevend beschouwd.

Tijdens een persconferentie woensdagavond maakte Tusk bekend dat de Internal Security Agency (ABW) “vandaag een jonge Oekraïner heeft gearresteerd die wordt beschuldigd van sabotage.”

"Dit is niet de eerste keer dat de Russen Oekraïners en Wit-Russen hebben gerekruteerd om dergelijke acties op Pools grondgebied uit te voeren", voegde de premier eraan toe, en merkte op dat Moskou probeert "Polen en Oekraïne te verdelen" door "conflicten en emoties aan te wakkeren".

Vervolgens bevestigde de minister verantwoordelijk voor de veiligheidsdiensten, Tomasz Siemoniak, dat de ABW en de politie een operatie hadden uitgevoerd die resulteerde in de arrestatie van de 17-jarige Oekraïense man.

"In opdracht van buitenlandse instanties pleegde hij vandalisme door anti-Poolse inscripties te plaatsen op monumenten ter nagedachtenis aan UPA-slachtoffers", schreef Siemoniak. "Deze acties waren bedoeld om de spanningen tussen Polen en Oekraïners aan te wakkeren."

De woordvoerder van de veiligheidsdiensten, Jacek Dobrzyński, voegde eraan toe dat de verdachte vermoedelijk “UPA-vlaggen en slogans die de nazi-ideologie promoten op gebouwen en monumenten” heeft aangebracht in Warschau en Wrocław, evenals in het dorp Domostawa, waar het Volhynia-monument staat.

Slechts enkele dagen na het vandalisme aan het monument ontstond er ook controverse toen een UPA werd tentoongesteld tijdens een concert in Warschau. Daar waren veel leden van de grote Oekraïense en Wit-Russische gemeenschappen in Polen bij aanwezig.

Een paar dagen later publiceerde de verantwoordelijke man, een jonge Oekraïner, een video waarin hij zijn excuses aanbood voor zijn daden. Hij zei dat hij niet de bedoeling had gehad om iemand te beledigen.

Ondertussen was Polen begonnen met deportatieprocedures tegen 57 Oekraïners en zes Wit-Russen vanwege diverse vormen van criminele activiteiten tijdens het concert. Tusk waarschuwde echter dat het incident niet gebruikt mocht worden om anti-Oekraïense sentimenten aan te wakkeren en riep de Polen op om "Russische manipulatie en provocatie te vermijden".

Polen beschuldigt Rusland ervan Oekraïense en Wit-Russische immigranten in te huren om sabotage-, spionage- en propagandaoperaties uit te voeren.

Eerder dit jaar werd een Oekraïense man veroordeeld tot een gevangenisstraf voor het voorbereiden van brandstichtingen in opdracht van Rusland. In 2023 werd een groep van 13 Oekraïners, twee Wit-Russen en een Rus eveneens veroordeeld tot gevangenisstraffen voor het runnen van een spionagenetwerk in opdracht van Rusland.

Vandaag maakten aanklagers bekend dat ze drie Wit-Russen en drie Polen hebben aangeklaagd voor hun deelname aan een criminele organisatie die brandstichtingen pleegde in opdracht van een buitenlandse inlichtingendienst.

Hoofdafbeelding: Konrad Berkowicz/Facebook