Bramen snoeien: hoe en wanneer doe je dat?

Trek je handschoenen maar aan, want het is tijd om de strijd aan te gaan met bramen en hun smakelijke neefjes (taybessen, loganbessen en boysenbessen)! Wanneer en hoe je bramen het beste kunt snoeien, lees je in dit artikel.

Lees verder onder de advertentie

Nadat je gesmuld hebt van al het fruit, kan je bramenstruiken in de herfst onder handen nemen en snoeien. Het moment waarop je de allerlaatste bramen plukt, is enigszins afhankelijk van de weersomstandigheden. Maar meestal kun je de braam snoeien in september, oktober en november.

Bij mild weer, kun je bramen ook in de winter snoeien. Maar we raden aan om deze klus te klaren voordat in de lente nieuwe uitlopers ontstaan. Anders heb je volgend jaar geen vruchten.

Met uitzondering van herfstframbozen, maken stokvruchten zoals bramen, loganbessen en zomerframbozen elk jaar nieuwe stengels aan. Deze dragen vruchten in de zomer erna. Om een goede oogst te krijgen, is het belangrijk om de oude stengels die al vrucht hebben gedragen weg te snoeien. Zo pak je het stap voor stap aan:

Zoek naar stengels waar nog restjes van vruchtsteeltjes aan zitten. Deze zijn roestbruin van kleur, in tegenstelling tot de nieuwe scheuten die een frisgroene kleur hebben. Knip de oude stengels met een snoeischaar helemaal tot aan de basis van de plant af.

Laat circa 4 sterke, nieuwe stengels staan en bind die aan. De rest verwijder je tot aan de grond. Haal alle scheuten weg die dunner zijn dan een potlood, die te dicht op elkaar staan of te ver buiten de rij groeien.

Als de oude en ongewenste nieuwe scheuten zijn weggehaald, kun je de sterkste overgebleven scheuten vastmaken aan een steunconstructie. Probeer ze gelijkmatig over een rij te verdelen, met ongeveer 20 cm ruimte tussen elke scheut.

De afgeknipte takken kun je door een versnipperaar halen en daarna composteren. Heb je last van katten die in je borders poepen? Leg dan wat van de stekelige takken op kale stukken grond – dat schrikt ze vaak af.

Het snoeien van bramen kan een vervelend klusje zijn, vanwege de prikkende stekels. Ga je een doornloze braam snoeien, dan hoef je je daar in elk geval geen zorgen over te maken. Je snoeit een doornloze braam in de basis hetzelfde als gewone bramen, met het stappenplan hierboven. Ze hebben de neiging om minder te gaan woekeren, dus je hoeft de plant waarschijnlijk wat minder rigoureus te snoeien.

Heb je genoeg van de bramen in je tuin? Je kunt een bramenstruik eenvoudig verwijderen door eerst alle takken weg te knippen of zagen tot ca. 20 cm boven de grond. Vervolgens spit je met een scherpe spade een rondje om de wortels en graaf je de struik uit met een hooivork.

Wees niet te zuinig met uitgraven, want als je wortels laat zitten, kunnen deze makkelijk weer uitlopen. Blijf je na het verwijderen van een bramenstruik last hebben van nieuwe uitlopers, dan knip je deze het beste meteen weg tot aan de grond. Uiteindelijk zal de plant uitputten.

Tip!

Om te voorkomen dat een braam gaat woekeren, geldt maar één advies: sla dit artikel op (dit doe je met de button bovenin of onderin het artikel) en zet een reminder in je agenda dat je jaarlijks blijft snoeien na de oogst. Een bramenstruik goed onderhouden voorkomt dat het een rommeltje wordt.

Verder helpt het om de takken van een braam goed verticaal op te binden, zodat ze niet gaan wortelen in de grond. Heb je voldoende sterke scheuten opgebonden, maak er dan een gewoonte van om de rest van het seizoen nieuwe uitlopers aan de grond terug te knippen. Zo houd je je bramenstruik netjes in het gareel.

Tip! Maak een vriend of vriendin blij met een stek van jouw woekerbraam. Je maakt deze eenvoudig van ‘afleggers’. Bekijk het stappenplan voor bramen stekken.

Een verwilderde braam heeft een grote wirwar aan stekelige takken. Hoe pak je het snoeien dan het beste aan? Het is niet zo makkelijk om die lange takken in één keer uit de plant te trekken. Deel het klusje dus op: knip stap voor stap stukjes van een oude tak weg. Als alle oude stengels verwijderd zijn, bind je de nieuwe scheuten vast aan hun steun met zacht touw.