Taken, corrigerende maatregelen uitgesloten. Focus op de PNRR.

Het spel met de tarieven van de regering van Meloni is nog lang niet voorbij: ze moet de overeenkomst van de EU nog steeds nauwlettend bestuderen en blijven strijden om de belangen van Italië zoveel mogelijk veilig te stellen.
Door vrijstellingen te verkrijgen voor een aantal cruciale sectoren (zoals de hoogwaardige voedings- en mode-industrie) en concrete steun vanuit Brussel, is het onvermijdelijk dat – zodra het plafond van 15% is vastgesteld – overheidsfunctionarissen tegenmaatregelen zullen overwegen om de economische en sociale schade van de nieuwe Amerikaanse belastingen te beperken.
Verschillende mogelijkheden worden als mogelijk beschouwd: een herziening van het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht (NRRP) ter waarde van € 14 miljard; een herprogrammering van de cohesiefondsen ten behoeve van de getroffen landen, die naar verwachting nog eens € 11 miljard zal bedragen; de strijd om het Stabiliteitspact te wijzigen of op te schorten; en het zonder veel aarzeling openen van nieuwe exportmarkten. Ondertussen overweegt niemand binnen de uitvoerende macht de noodzaak van een corrigerende maatregel: er wordt niet over gesproken en verschillende hoge ministeriële kringen lopen de kantjes eraf.
En de reden is "technisch" simpel, leggen ze uit: het heeft geen zin om in de begroting van dit jaar nog niet vastgestelde bijdragen op te nemen. Momenteel bestaat er een algemeen politiek akkoord tussen de VS en de EU over tarieven, dat vervolgens sector voor sector geduldig moet worden afgerond. De daadwerkelijke effecten op de economie en de afzonderlijke sectoren moeten vervolgens worden beoordeeld. Kortom, dit alles kost zoveel tijd dat het overbodig zou zijn om in te grijpen in de rekeningen van het lopende jaar.
De oppositie waarschuwt echter voor een corrigerende maatregel, waarmee ze de woorden herhaalt die minister van Economie en Financiën Giancarlo Giorgetti nog geen twee weken geleden uitsprak: de drempel van 10% "was redelijk, we kunnen hier niet te ver vanaf komen, anders wordt het onhoudbaar." Dat "ver van 10%" betekent echter niet dat je 10% of de dood ingaat, leggen regeringsbronnen uit: "Niemand is uiteraard blij met deze overeenkomst, die hoe dan ook gevolgen zal hebben, maar we kunnen wel naar 15%, uitgaande van de huidige tarieven van 4,8%."
De onderhandelingen gaan op verschillende niveaus door en zijn nog maar halverwege. Daarom dringen velen binnen de Federatie van de Italiaanse Liga (FdI) aan op voorzichtigheid: er is geen feest; Giorgia Meloni spreekt namens iedereen. De reacties binnen de Liga zijn genuanceerder, met de gematigde uitspraken van leider en vicepremier Matteo Salvini ("ik neem dit als uitgangspunt"), die worden verergerd door die van parlementariërs die uitgesproken kritisch staan tegenover de overeenkomst tussen Washington en Brussel. En in sommige kringen binnen de Liga haalt het activisme van Antonio Tajani ook de krantenkoppen, nadat hij bedrijven al na 24 uur bijeenriep voor een eerste gesprek over de kwestie en pleitte voor steun.
"Hij lijkt ons niet de minister van Economie te zijn", merkten sommigen in de entourage van de Noordelijke Liga op, wat bewijst dat de stap van de vicepremier van de Noordelijke Liga niet door al zijn bondgenoten is gewaardeerd. Concrete steun voor het bedrijfsleven – zo redeneert men op ministerieel niveau – kan pas worden vastgesteld nadat de exacte voorwaarden van de overeenkomst en de implicaties ervan bekend zijn, die momenteel nog niet beschikbaar zijn.
Terwijl Meloni's partij zich specifiek zou richten op het Nationaal Herstel- en Veerkrachtplan (NRRP) en de cohesiefondsen, is het mantra van de Lega om actie te ondernemen op basis van het Stabiliteitspact. Ondertussen herschikt Tajani de kwestie en herhaalt hij met klem de oproep aan de ECB om de rente te verlagen om de euro-dollarkoers in evenwicht te brengen. Dit laatste verzoek zou kunnen worden verwelkomd door Meloni's aanhangers, die echter terughoudend zijn om zich te committeren aan Forza Italia's andere voorstel, namelijk Europese kwantitatieve verruiming.
Het staat vast – en de meerderheid is het erover eens – dat Brussel, naast de steun aan bedrijven die de regering op nationaal niveau wil activeren, ook zijn steentje zal moeten bijdragen aan de ondersteuning van de sectoren die het hardst getroffen zijn.
ansa