Openbaar bestuur: de korte weg van verplichte training in de gezondheidszorg

Er is sprake van een voortdurende en irrationele cesuur tussen het onduidelijke concept van openbaar bestuur en gezondheidszorg, die duidelijk aanwezig is in het omzettingsbesluit van de PA. Een ander voorbeeld is de richtlijn van minister Zangrillo van 14 januari 2025, die naar verluidt de verplichting invoert van minimaal 40 uur opleiding per jaar voor alle overheidswerknemers. Bij zorginstellingen zijn twijfels geuit over de inhoud van de richtlijn, te beginnen vanuit een prejudicieel oogpunt, namelijk of het document "ook" is gericht aan bedrijven en instanties van de National Health Service.
De desbetreffende richtlijn heeft betrekking op opleidingen, maar de aspecten die in het document uitgebreid aan bod komen, waren in werkelijkheid al opgenomen in de CCNL van 2 november 2022, waar de artikelen. 64-67 regelen de belangrijkste kenmerken van opleidingen: algemene principes, nieuwe vaardigheden, opleidingsplannen voor personeel, innovatieve methodologieën, het onderscheid tussen verplichte en optionele opleidingen en de financiële kosten die ermee gemoeid zijn. Het werkelijke verschil is dat de richtlijn de trainingsinspanning kwantificeert. Deze wordt verhoogd van 24 uur in de vorige richtlijn uit 2023 naar 40 uur. De manager krijgt deze taak als onderdeel van zijn individuele prestatie-indicatoren, waaraan de toekenning van prestatiegerelateerde beloning is gekoppeld.
Ik ben er absoluut niet van overtuigd dat dit gevolgen heeft voor zorginstellingen, althans niet rechtstreeks. Het is waar dat de geadresseerden alle "overheidsadministraties bedoeld in art. 1, lid 2, van Wetgevend Besluit 165/2001" zijn, maar dit is een rituele formulering die meer een formeel dan een substantieel karakter heeft. Ter ondersteuning van wat hierboven is gesteld, kan niet worden genegeerd dat onder de ontvangers van de informatie noch de Conferentie van de Regio's, noch de individuele regio's zich bevinden, in tegenstelling tot alle andere exponentiële onderwerpen van de centrale en lokale overheidsadministraties, met inbegrip van de universiteiten. Eveneens onweerlegbaar is het feit dat de richtlijn op twintig pagina's nergens, zelfs niet terloops, melding maakt van de gezondheidszorg en dat ze, wanneer ze het over de PNRR heeft, Missie 6, waarmee 19 miljard euro gemoeid is, volledig negeert.
Maar misschien is het belangrijkste argument voor de opvatting dat de richtlijn niet werkelijk betrekking heeft op de gezondheidszorg wel te vinden in de tekst van het wetsvoorstel “Garantiemaatregelen voor het verlenen van gezondheidszorgdiensten en andere voorzieningen in zaken betreffende de gezondheidszorg”, dat op 23 september 2024 in het parlement werd ingediend als Senaatswet 1241. Met art. Artikel 12 van de wet richt vanaf 2025 de Nationale School voor Hoger Gezondheidsbeheer op bij het Ministerie van Volksgezondheid. Welnu, het wetsvoorstel werd ondertekend door Schillaci, Giorgetti, Calderoli en Zangrillo. Daarom mag worden aangenomen dat de minister van Openbaar Bestuur bij het opstellen van de richtlijn een helder beeld had van de gezondheidssituatie.
Terugkerend naar de inhoud van de richtlijn en de substantiële irrelevantie van volksgezondheid, bevat de tekst tientallen directe verwijzingen naar de centrale functies, van collectieve overeenkomsten tot de bronvermelding op de pagina. 8 zelfs het Hoge Professionalisme in plaats van de Hoge Kwalificatie, zoals de wet vereist. De inhoud van de richtlijn bestaat enkel uit aanwijzingen (“… de richtlijn beoogt de administraties te begeleiden…”) zonder juridische draagkracht en verplichte toepassing, althans totdat zij in een regelgevende bepaling en vooral in de respectieve CCNL’s zijn omgezet. In dit laatste geval ontbreekt in de CCNL voor Centrale Functies van 27.1.2025 volledig de kwestie van de 40 uur opleiding. De richtlijn zelf erkent dit alles wanneer het op de pagina staat. 4 “...hoewel niet verplicht gesteld door specifieke regelgeving”. Ten slotte, wat betreft de verplichtingen die zorgondernemingen moeten nakomen, is het duidelijk dat de strategische en operationele keuzes vrij zijn en dat de volledige inhoud van de richtlijn kan worden vastgelegd in het PIAO (Geïntegreerd Activiteiten- en Organisatieplan) - zoals de minister zelf lijkt te suggereren in de voorlaatste alinea op pagina. 17 - onverminderd het feit dat, naar mijn mening, alles moet worden gecontextualiseerd binnen het kader van de huidige collectieve arbeidsovereenkomsten, waarbij met name rekening wordt gehouden met de opkomende kosten en het veronderstelde juridisch bindende karakter van de 40 uur opleiding.
ilsole24ore