Openbare gezondheidszorg: eerste gegevens van het Landelijk Platform Wachtlijsten

(door Gianmaria Olmastroni, Gilberto Turati)
Sinds enkele dagen is er een nationaal portaal online dat officiële gegevens verzamelt over de wachttijden voor diagnostische afspraken en specialistische onderzoeken voor de eerste maanden van 2025. Deze gegevens lijken erop te wijzen dat de National Health Service (NHS) slechts voor de helft van haar diensten voldoet aan de maximale wachttijden (vastgesteld op basis van urgentie). Voor de andere helft is de situatie kritiek: bij spoedeisende hulp bereikt het percentage tijdig geleverde diensten 75% voor slechts enkele onderzoeken en afspraken; bij minder urgente diensten haalt vrijwel geen enkele deze drempel. De gegevens die het portaal verstrekt, zijn zeer beperkt: het geeft niet alleen geen informatie over de geregistreerde maximale wachttijden, maar toont ook alleen gegevens op nationaal niveau, niet op regionaal of individueel niveau, waardoor het voor het publiek weinig bruikbaar is.
De activering van het portaal is een van de maatregelen die afgelopen zomer in een breed decreet werden voorgesteld om de wachtlijsten te verkorten. Andere beoogde maatregelen waren de oprichting van een nationale instantie voor toezicht op de dienstverlening en het regionale lijstbeheersysteem, dat na een langdurig proces werd goedgekeurd. Bij aanhoudende onregelmatigheden is er een mogelijkheid tot vervanging. De opname van alle zorgverleners in het Single Booking Center (CUP) en de overschrijding van de uitgavenlimieten voor zorgpersoneel blijven onvervuld.
In Italië, net als in andere landen, kunnen de wachttijden voor zorg erg lang zijn. In 2024 gaf 6,8% van de Italianen aan dat ze vanwege lange wachtlijsten noodzakelijke diagnostische bezoeken of specialistische onderzoeken hadden moeten missen. Dit percentage is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen (+4 procentpunten ten opzichte van 2019 en +2,3 procentpunten ten opzichte van 2023). De langere wachtlijsten kunnen deels een natuurlijk gevolg zijn van de pandemie, die veel zorg heeft uitgesteld en de vraag in de daaropvolgende jaren heeft doen toenemen. Deels zijn er structurele problemen bij het beheersen van de vraag en het onderscheiden van passende en ongepaste zorg.
Afgelopen zomer nam de overheid een maatregel aan die expliciet gericht was op het verkorten van de wachttijden. Het besluit bevat verschillende maatregelen, waaronder de oprichting van een online 'Landelijk Wachtlijstplatform', gericht op het standaardiseren van regionale gegevens en het informeren van burgers over de wachttijden voor de benodigde tests of bezoeken. Een van de problemen is het gebrek aan informatie en transparantie over de wachttijden: slechts enkele regio's publiceren de gegevens op hun websites, en deze zijn inconsistent.
Een eerste versie van het platform werd op 25 juni 2025 gepubliceerd op de website van Agenas, het regionale agentschap voor gezondheidsdiensten, ongeveer een jaar nadat het besluit was goedgekeurd – een lange periode gezien de urgentie van de maatregel. Deze notitie beschrijft de wachtlijstgegevens die beschikbaar zijn op het platform, de kritieke problemen met het portaal en de implementatiestatus van de andere maatregelen die in het besluit worden beoogd.
De gegevensEen eerste opmerking met betrekking tot de gegevens die beschikbaar zijn op het platform is dat, hoewel de gegevens door de regio's worden verstrekt, deze alleen op nationaal niveau beschikbaar zijn. Omdat het niet mogelijk is om wachttijden bij specifieke instellingen te raadplegen, of in ieder geval niet op lokaal of regionaal niveau, is het platform nog steeds beperkt bruikbaar voor het publiek. Toekomstige versies met meer gedetailleerde gegevens zijn gepland, maar het is onduidelijk wanneer deze beschikbaar zullen zijn. Voor elk bezoek of elke test worden momenteel drie waarden verstrekt: het aantal dagen waarbinnen 25% van de diensten wordt uitgevoerd, het aantal dagen waarbinnen de helft daarvan (dus de mediane wachttijd) en het aantal dagen waarbinnen 75% van de diensten wordt uitgevoerd. Het portaal geeft, naast het gebruik van statistische en technische taal die onduidelijk is voor het publiek, geen maximale wachttijden aan; een andere ernstige tekortkoming, gezien de doelstelling van transparantie.
Hieronder rapporteren we gegevens over de tien meest voorkomende bezoeken (tabel 1) en twintig onderzoeken (tabel 2), uitgedrukt als een gemiddelde over de eerste vijf maanden van 2025, waarbij de diensten worden onderscheiden in vier prioriteitsklassen, van meest urgent tot minst urgent. Bijvoorbeeld, bij een eerste urologisch bezoek (laatste rij van tabel 1) met maximale urgentie (eerste drie kolommen), wordt 25% van de diensten op dezelfde dag uitgevoerd (0 dagen), 50% binnen twee dagen en 75% binnen vier dagen.

Worden de maximale wachttijden voor elke categorie gerespecteerd? Voor de meest urgente ingrepen zou dit drie dagen moeten zijn. Bij negen van de tien meest voorkomende bezoeken wordt deze limiet in minstens de helft van de gevallen gehaald. Slechts bij vier van deze bezoeken bedraagt het percentage tijdige boekingen echter 75%. Voor onderzoeken wordt in 19 van de 20 meest voorkomende onderzoeken minstens de helft van de ingrepen op tijd afgerond, maar in slechts acht gevallen is dit het geval voor driekwart van de boekingen. De meest kritieke situatie betreft coloscopieën, waarvoor de limiet van drie dagen vrijwel nooit wordt gehaald: de helft van de patiënten wacht meer dan een maand (44 dagen), en, alleen al rekening houdend met mei, bedraagt de wachttijd voor één op de vier bezoeken minstens 190 dagen.
Voor de tweede categorie spoedgevallen, waarbij het bezoek of onderzoek binnen 10 dagen moet plaatsvinden, verslechtert de situatie. Afgezien van coloscopieën wordt minstens de helft van de afspraken op tijd gemaakt, zowel voor bezoeken als onderzoeken. Echter, voor geen bezoek of onderzoek (met uitzondering van röntgenfoto's van de longen) worden de deadlines in minstens drie van de vier gevallen gehaald (d.w.z. 75% van de afspraken). Bovendien zijn de wachttijden voor bezoeken vaak langer dan 20 dagen, wat het dubbele is van de maximaal toegestane wachttijd.

Wat betreft de categorie "lage urgentie", geldt voor alle meest voorkomende onderzoeken, met uitzondering van coloscopieën, dat ten minste de helft van de ingrepen binnen de maximumtermijn van 60 dagen valt, maar slechts zeven van de twintig in ten minste 75% van de gevallen de deadline halen. Bij consulten, waarvoor de limiet 30 dagen is, verslechtert de situatie: slechts in twee gevallen (orthopedische en revalidatieconsulten) wordt ten minste de helft van de afspraken binnen de deadline gehaald, terwijl het percentage consulten dat op tijd komt in geen enkel geval 75% bereikt. De langste wachttijden worden geregistreerd voor consulten dermatologie, oogheelkunde en geriatrie, met pieken die in sommige gevallen zelfs de 170 dagen overschrijden.
Het beeld voor "niet-spoedeisende" zorg is vergelijkbaar: voor alle onderzoeken (wederom exclusief coloscopieën) ligt de mediane wachttijd binnen de limiet van 120 dagen, maar haalt slechts 75% van de afspraken de deadline. Alle tien afspraken halen de deadline voor ten minste de helft van de patiënten, maar slechts drie van de vier afspraken halen de deadline.
De stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het besluitDe overige maatregelen die de wet inzake wachtlijsten voorzag, vereisten in totaal zes uitvoeringsbesluiten, waarvan er twee nog niet zijn aangenomen en vier al zijn gepubliceerd. Alle gepubliceerde besluiten werden meer dan vier maanden na de geplande deadline aangenomen.
Twee van de gepubliceerde documenten hebben tot doel de consistentie van het platform met regionale gegevens en andere statistische stromen in de gezondheidszorg te waarborgen, terwijl één document een actieplan voor investeringen in gezondheidsinfrastructuur definieert binnen het kader van het Europese cohesiebeleid.
Het meest recent aangenomen decreet is het meest significante en uitdagende, omdat het de regionale autonomie ten opzichte van de prerogatieven van de centrale overheid definieert. Het stelt een nationale instantie in die toezicht houdt op en controle heeft op de levering van gezondheidszorg en de goede werking van het systeem voor wachtlijstbeheer. Deze instantie is bevoegd om inspecties uit te voeren in de regionale gezondheidszorg en de regio's zijn verplicht informatie te verstrekken over de dienstverlening. Indien aanhoudende onregelmatigheden worden geconstateerd, kan de instantie de regio's vervangen bij het beheer van het probleem, door een soort commissariaat te implementeren. Een bekende onregelmatigheid is bijvoorbeeld het sluiten van reserveringen, wat bij meerdere wetten verboden is.
De overeenkomst tussen de staat en de regio's over de modaliteiten en timing van de interventie van het Agentschap, noodzakelijk voor de uitvoering ervan, werd pas op 12 juni bereikt, ongeveer een jaar na de publicatie van de wet. Het uitvoeringsbesluit bepaalt dat de regio's na de eerste melding van aanhoudende onregelmatigheden maximaal vier maanden de tijd hebben om opmerkingen in te dienen en het probleem zelfstandig op te lossen. Indien er geen oplossing wordt gevonden, neemt het Agentschap de behandeling van de kwestie over.
Twee centrale maatregelen van de wet zijn nog steeds niet uitgevoerd, namelijk:
• Activering van een digitaal systeem om het boekingsbeheer te optimaliseren en, bovenal, de integratie van alle operatoren in het regionale Single Booking Center (CUP), zodat de dienstregelingen van de gecontracteerde particuliere operatoren overeenkomen met die van het CUP. Voor het eerste is een decreet van het Ministerie van Volksgezondheid met technische richtlijnen vereist; voor het tweede moeten de regio's het systeem daadwerkelijk implementeren. Lombardije lijkt de enige regio te zijn die actie heeft ondernomen: volgens raadslid Bertolaso zou het gecentraliseerde systeem echter eind 2026 operationeel moeten zijn.
• De afschaffing van de uitgavenlimiet voor zorgpersoneel en de invoering van een methodiek voor het bepalen van de uitgaven op basis van een driejarig personeelsbehoefteplan. De methodiek voor het bepalen van de behoefte is gedelegeerd aan een of meer besluiten, die geen specifieke vervaldatum hebben en waarvan geen registratie plaatsvindt. Bij gebrek aan deze besluiten blijft de huidige wetgeving van toepassing: de uitgavenlimiet voor zorgpersoneel bestaat jaarlijks uit de uitgaven van het voorgaande jaar plus een verhoging van 10% van het regionale zorgfonds ten opzichte van het voorgaande jaar.
ConclusiesDe publicatie van het Wachtlijstplatform is een eerste stap in de richting van transparantie en beschikbaarheid van informatie voor burgers. In zijn huidige, nog prille staat, is het van weinig nut voor burgers, omdat het geen specifieke gegevens per regio en faciliteit verstrekt. Het zorgsysteem respecteert de maximale wachttijden voor ongeveer de helft van de diensten. Voor de andere helft is de situatie complex: bij de spoedeisende hulp bedraagt het percentage tijdig geleverde diensten 75% voor slechts zes van de tien meest voorkomende bezoeken en voor acht van de twintig meest voorkomende tests; bij minder urgente diensten haalt bijna geen enkele dienst deze drempel. De overeenkomst tussen de staat en de gewesten over de oprichting van het Nationaal Verificatie- en Controleorgaan is, althans op papier, een teken van de aandacht van de regering voor de kwestie van de wachtlijsten. Het valt nog te bezien hoe het in de praktijk wordt geïmplementeerd en wat de werkelijke grenzen zijn tussen wat de staat en de gewesten daadwerkelijk kunnen doen.
La Repubblica