Net als bij de Encyclopédie hangt de waarde van AI volledig af van de kennis hoe je het moet gebruiken.


Foto door BoliviaIntelligente op Unsplash
Kunstmatige intelligentie
Kunstmatige intelligentie, zoals Diderot in de achttiende eeuw deed, ordent chaotische kennis en vertrouwt de betekenis ervan toe aan het individuele gebruik. Het is een collectieve, automatische en vaak anonieme technologie, een spiegel van een nieuw verlicht proces.
Over hetzelfde onderwerp:
Het is mogelijk dat, verrassend genoeg, de kunstmatige intelligentie – waarvan Foglio AI periodiek artistiek bewijs levert – ons tijdperk kenmerkt als een tijdperk van verlichting, in de zin die Kant het aan het einde van de achttiende eeuw gaf: niet een verlicht tijdperk, waarin een proces van ontsteking van de geesten plaatsvond, maar veeleer gekenmerkt door de onverbiddelijke opmars van dat proces. Vanuit dit perspectief bezien lijkt de Verlichting zich te baseren op drie principes die ook de hedendaagse AI kenmerken: encyclopedie, automatisme en anonimiteit.
Ondanks de algemene opvatting dat men de Verlichting wil afschilderen als een opstandige gedachte, en als de vader van de grote revoluties van die eeuw, was wat Robert Darnton "de grote zaak van de Verlichting" noemde, eerder een poging om chaotische kennis te systematiseren, namelijk de Encyclopédie. Net als AI is het project van Diderot en d'Alembert ontstaan uit de behoefte om kennis te ordenen die met de voortgang van de kennis onoverkomelijk was geworden, en uit de ambitie om die kennis te structureren volgens een eenduidige interpretatielijn die de bronnen selecteert; dit alles geeft de lezer de mogelijkheid om zijn eigen kennis op te bouwen door te springen tussen de ontelbare beschikbare items, op basis van een oneindig aantal mogelijke combinaties. Het idee van de alfabetische volgorde, een noviteit voor die tijd, berust volledig op dit: niet om de wereld te weerspiegelen door een voorgeordend systeem te presenteren dat gebaseerd is op een hiërarchie van kennis, maar eerder door een universeel interactief hulpmiddel beschikbaar te stellen, waarbij de lezer de helft van het werk zelf moet doen . Net als bij de Encyclopédie hangt de waarde van AI volledig af van de kennis hoe je het moet gebruiken.
Hoewel we geneigd zijn de Verlichting te vereenzelvigen met de grote namen van de onsterfelijken – Voltaire, Rousseau, Montesquieu… –, was de Verlichting vooral het werk van laaggeplaatste arbeiders, een eindeloze stroom van verwaarloosbare en herhaalde teksten die voortkwamen uit de pennen van auteurs die nu volledig vergeten zijn. De Encyclopédie was in dit opzicht bijna een eerste experiment op het gebied van automatisch schrijven, niets meer en niets minder dan wat wij voor onze ogen zien gebeuren wanneer wij AI opdrachten geven. Anders zou men een figuur als Chevalier Jaucourt, een arme edelman die zich bij de beste schrijvers van de Encyclopédie voegde en bijna twintigduizend lemma's over de meest uiteenlopende onderwerpen schreef, niet kunnen verklaren. Een van twee dingen: óf Jaucourt was alwetend, óf, wat waarschijnlijker is, hij handelde zoals AI dat tegenwoordig doet, door mechanisch te kopiëren en te recyclen wat hij vond, en het samen te voegen met de stijl die hem was opgelegd door Diderots aanwijzingen. Tegenwoordig zou Jaucourt inderdaad ChatGpt gebruiken; Bovendien zou Jaucourt vandaag de dag ChatGpt heten.
Ik zeg Diderot omdat hij als directeur de uitgeverij, die in 1751 begon, tot een goed einde bracht en, na duizend en een dozijn, het laatste deel pas in 1772 zag verschijnen, tientallen jaren na de opstelling van het Prospectus van de Menselijke Kennis door d'Alembert. Net als de AI was de Encyclopédie een oncontroleerbare nieuwigheid en net als de AI rook het naar oplichterij, want abonnees waren acht delen beloofd, maar er kwamen er twintig meer uit. Bovenal waren Diderot en d'Alembert niet méér de auteurs ervan dan Sam Altman beschouwd kan worden als de auteur van wat ChatGpt schrijft; zozeer zelfs dat ze het werk op de frontispice toeschreven aan een ‘société de gens de lettres’, wat vandaag de dag vertaald zou kunnen worden als ‘vereniging van intellectuelen’ en wat iedereen en niemand betekende. De Encyclopédie verheerlijkte en institutionaliseerde daarmee de anonimiteit, de ware hoeksteen waarop de Verlichting was gebaseerd. Om ideeën te laten circuleren in een context van strikte morele en politieke controle over de inhoud – in sommige opzichten niet heel anders dan vandaag de dag – was het destijds gebruikelijk om teksten te laten drukken zonder handtekening, om ze te laten circuleren in manuscripten die nooit voor druk beschikbaar waren gesteld, om hele boeken toe te schrijven aan mensen die al enige tijd overleden waren . Om diezelfde vrijheid te garanderen, voegden Verlichtingsdenkers tegenwoordig de woorden ‘tekst samengesteld met AI’ toe aan wat ze schreven.
Meer over deze onderwerpen:
ilmanifesto