Mexico toonde zijn superioriteit in de finale: het kwam van een achterstand terug en versloeg de Verenigde Staten in eigen huis. Uiteindelijk werd het landskampioen van de Gold Cup.

Mexico bevestigde zijn dominantie in het regionale voetbal door zondag de Verenigde Staten met 2-1 te verslaan in Houston, Texas. Daarmee veroverde het land zijn tiende Concacaf Gold Cup-titel.

Het Amerikaanse team, onder leiding van de Argentijn Mauricio Pochettino, kwam op voorsprong door een doelpunt van Chris Richards in de 4e minuut, maar Mexico draaide het tij door doelpunten van Raúl Jiménez (27') en Edson Álvarez (77').

De Verenigde Staten sloegen als eerste toe met een doelpunt van Richards , maar het team miste de persoonlijkheid en ambitie om de finale te winnen. Mexico begon zijn comeback met een doelpunt van Raúl Jiménez in de 27e minuut.

De ervaren spits vierde zijn doelpunt met een eerbetoon aan zijn voormalige ploeggenoot bij Wolverhampton , de Portugese speler Diogo Jota, die vorige donderdag om het leven kwam bij een verkeersongeval op een weg in Spanje.

Mexico had de wedstrijd volledig onder controle en kreeg de beste kansen. Met een kopbal van Edson Álvarez in de 77e minuut zorgde het land voor gejuich in het NRG-stadion, waar El Tri de overweldigende steun kreeg van de 70.925 toeschouwers.

Onder leiding van Javier Aguirre breidde het Mexicaanse team zijn dominantie in het belangrijkste CONCACAF -toernooi uit met een tiende titel, terwijl de Verenigde Staten, de aartsrivaal in de regio, op de zevende plaats blijft staan.

Mexico , dat in maart tot kampioen van de Concacaf Nations League werd gekroond, was de grote favoriet om de Gold Cup van dit jaar te winnen, gezien de afwezigheid van Team USA, dat het moest stellen zonder Christian Pulisic en de rest van zijn belangrijkste spelers.

De nederlaag verhoogt hoe dan ook de druk op Pochettino, slechts 11 maanden voordat de Verenigde Staten samen met Mexico en Canada het WK organiseren.