Het Ministerie van Consumentenzaken heeft een disciplinaire maatregel genomen tegen een andere budgetmaatschappij vanwege het in rekening brengen van kosten voor handbagage.

Het Ministerie van Consumentenzaken is een nieuwe sanctieprocedure gestart tegen een budgetmaatschappij vanwege mogelijk misbruik. Dit is het zesde bedrijf dat wordt onderzocht, na de boetes die in november 2024 werden opgelegd aan Ryanair, Vueling, EasyJet, Norwegian en Volotea, voor een totaalbedrag van € 179 miljoen .

Het ministerie, onder leiding van Pablo Bustinduy , zet de strijd voort tegen luchtvaartmaatschappijen die extra kosten opleggen die als illegaal worden beschouwd, zoals kosten voor het meenemen van handbagage in de cabine of voor het reserveren van aangrenzende stoelen voor gezinsleden . In deze nieuwe zaak is de naam van de getroffen maatschappij niet bekendgemaakt, omdat de wet dit volgens het ministerie verbiedt totdat de sanctieprocedure is afgerond.

De Directie-Generaal Consumentenzaken baseert deze actie op aanwijzingen van een schending van artikel 47.1 van de Algemene wet bescherming consumenten en gebruikers . Tot de betwiste praktijken behoren het in rekening brengen van extra kosten voor handbagage, kosten voor het reserveren van zitplaatsen voor minderjarigen of personen met speciale behoeften, en een gebrek aan transparantie in de gepubliceerde prijzen, zowel op haar website als op platforms van derden. Volgens de wet kunnen deze overtredingen leiden tot boetes variërend van € 10.000 tot € 1 miljoen , of tot acht keer het bedrag dat met deze praktijken wordt verkregen.

Het ministerie benadrukt dat niet alle luchtvaartmaatschappijen deze praktijken toepassen en dat de brede toepassing ervan relatief recent is. Ze schrijven de oorsprong ervan toe aan een prijsvechter die er na de COVID-pandemie kosten voor begon te rekenen, wat een domino-effect bij de concurrentie teweegbracht. Bovendien wijzen ze erop dat zowel de Spaanse als de Europese regelgeving het in rekening brengen van kosten voor handbagage die voldoet aan redelijke criteria voor afmetingen en gewicht uitdrukkelijk verbiedt.

Het Ministerie van Consumentenzaken baseert zich op het zogenaamde "Vueling"-arrest van het Hof van Justitie van de EU uit 2014 (zaak C-487/12), waarin werd vastgesteld dat handbagage een essentieel onderdeel van het vervoer is en niet aan toeslagen onderhevig kan zijn. Deze interpretatie werd in oktober 2023 door het Europees Parlement en in maart 2024 door het Europees Economisch en Sociaal Comité bevestigd.

De nu geopende zaak komt bovenop de boetes van in totaal € 179 miljoen die Ryanair, Vueling, EasyJet, Norwegian en Volotea in november 2024 kregen opgelegd. Hiervan is meer dan € 100 miljoen voor rekening van Ryanair. Hoewel alle luchtvaartmaatschappijen in beroep zijn gegaan, heeft de rechtbank voorzorgsmaatregelen genomen voor ten minste drie van hen, waardoor ze de toeslagen kunnen blijven toepassen terwijl het geschil wordt opgelost.

Het ministerie benadrukt op zijn beurt dat het recente besluit van de Raad van de Europese Unie om te overwegen kosten voor handbagage in de cabine te legaliseren "aantoont dat deze praktijk momenteel niet legaal is". Het onderstreept tevens zijn inzet voor de bescherming van consumentenrechten tegen misbruik in het luchtvervoer.