Diversificatie volgens Warren Buffett (deel 1 van 2)

Warren Buffett is een van de meest legendarische beleggers uit de geschiedenis. Zijn succes heeft veel te maken met zijn beleggingsfilosofie en -methodologie. Daarom is het belangrijk om te luisteren naar wat hij te zeggen heeft, maar ook om zijn woorden in de juiste context te begrijpen.
Vandaag wil ik onderzoeken wat hij heeft gezegd over diversificatie, een concept dat ik uitgebreid in deze rubriek heb behandeld. Veel Nobelprijswinnende experts beschouwen het als een essentieel instrument voor risicobeheersing in een beleggingsportefeuille.
Buffett trekt het echter zonder voorbehoud in twijfel. Tijdens de jaarvergadering van Berkshire Hathaway in 1996 zei hij iets wat nog steeds ongemakkelijk is om te accepteren: "Diversificatie als praktijk heeft weinig zin voor iemand die weet wat hij doet. Het is een bescherming tegen onwetendheid." En daar bleef het niet bij: "Als je geen verstand van zaken hebt, diversifieer dan. Maar als je wel verstand van zaken hebt, waarom zou je er dan 50 hebben als drie ook voldoende zijn?"
Zijn visie is niet nieuw, maar wel radicaal. Buffett ziet de markt niet als een doos met verwisselbare activa. Hij ziet het als een verzameling echte bedrijven. Toen hij Coca-Cola kocht, deed hij dat niet vanwege het logo of de smaak. En ook niet vanwege het "groeipotentieel" in de komende kwartalen. Hij deed het vanwege het franchisemodel, de wereldwijde distributie en het vermogen om cashflow te genereren zonder afhankelijk te zijn van hypes. Maar zelfs hij erkende iets praktisch: "Er zijn geen 20 van zulke bedrijven. Als die er wel waren, zou diversificatie tussen hen net zo effectief zijn. Maar die zijn er niet."
Dit is de kern van de zaak. Voor Buffett werkt diversificatie alleen als je toegang hebt tot een grote pool aan duidelijke kansen. Hij heeft geen 100 bedrijven nodig, want zijn aanpak is anders: "Een uitzonderlijk bedrijf is beschermd tegen de economie en de concurrentie. Drie ervan zijn beter dan 100 gemiddelde bedrijven... en ook veiliger." Maar waarom? Omdat zijn methodologie niet speculatief is. Hij is analytisch. Als je een bedrijf grondig begrijpt (de schulden, de marges, het vermogen om crises te doorstaan), wat beschermt je dan beter: een portefeuille van 50 aandelen die je niet beheerst, of drie die je wel beheerst?
Het antwoord lijkt voor de hand liggend, maar er zit een addertje onder het gras. Buffett wijst diversificatie niet af uit arrogantie. Hij doet dit omdat zijn strategie op een andere basis is gebaseerd: hij koopt geen aandelen, hij koopt bedrijven. Hij analyseert geen balansen: hij begrijpt ze. Hij verwacht niet dat zijn aandelen in prijs zullen stijgen: hij verwacht dat ze een constante en toenemende cashflow genereren. En hij houdt ze niet zomaar jaren aan: hij houdt ze decennialang aan, zonder ze te verkopen vanwege kortetermijnruis. "Moet ik 28 aandelen bezitten om 'voldoende gediversifieerd' te zijn? Dat zou onzin zijn," vroeg hij zich retorisch af.
Zoals altijd is het belangrijk om de zaken in context te plaatsen. Buffett belegt niet zoals jij en ik. Hij is niet afhankelijk van de prestaties van zijn portefeuille om een comfortabel pensioen te hebben of zijn uitgaven te betalen. Berkshire Hathaway is een kolos met interne kasstromen die het mogelijk maken om investeringen te blijven doen zonder liquiditeitsdruk. Wat gebeurt er als de markt crasht? Hij verkoopt niet: hij koopt (en profiteert van kansen en lage prijzen). Komt een bedrijf in een crisis terecht? Hij laat het niet in de steek: hij herstructureert het of injecteert kapitaal (hoewel er altijd uitzonderingen zijn). Zijn portefeuille is niet zomaar een lijst met bedrijven: het is een ecosysteem van onderling verbonden bedrijven.
Wat betekent dit voor anderen? Diversificatie is niet per definitie slecht, maar het gebruiken ervan als een weerspiegeling van een gebrek aan analyse is een gok die Buffett afraadt. Als je bedrijven met structurele voordelen kunt identificeren en behouden, is concentratie haalbaar. Zo niet, dan is diversificatie nog steeds een instrument. Maar niet uit deugdzaamheid: uit acceptatie dat niet iedereen het werk kan doen dat hij kan.
Buffett bepaalde in zijn testament dat 90% van het geld dat bestemd was voor zijn vrouw, belegd moest worden in een ETF die de S&P 500-index volgt, en de resterende 10% in Amerikaanse staatsobligaties met een lange looptijd. Deze aanbeveling is geen toeval: het is een bekentenis dat een geconcentreerde portefeuille onrealistisch is voor mensen zonder zijn analytische vaardigheden of tijdshorizon. Diversificatie is in dit geval geen deugd, maar een instrument voor mensen die niet in staat of bereid zijn om tientallen jaren te besteden aan het bestuderen van het bedrijfsleven. En hoewel het tegenstrijdig klinkt, is het dat niet. Buffett verwerpt diversificatie niet in het abstracte: hij verwerpt het wanneer het wordt gebruikt zonder dat men begrijpt wat men bezit. Voor hem zijn drie fantastische bedrijven voldoende. Voor de rest zijn een index en wat stabiele schulden het beste alternatief.
Eleconomista