Spelen in plaats van stress – hoe je hardlooptraining met kinderen succesvol maakt


Illustratie: Jasmin Hegetschweiler/NZZ
Kinderen in de late kleuter- en vroege basisschoolleeftijd vinden het over het algemeen leuk om actief te zijn, zoals blijkt uit hun constante spelen en spelen op weg naar school, tijdens de pauze en tijdens het spelen met vriendjes. Hun activiteitsniveau is van nature hoog, tenzij een digitaal apparaat hun drang om te bewegen vermindert en hen beperkt tot een starende blik op een scherm.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.
Pas de instellingen aan.
Daarnaast zijn er kinderen tussen de vijf en tien jaar die dol zijn op hardlopen en enthousiast meedoen aan lokale wedstrijden en leuke evenementen. Hoe gaan ouders van kinderen die gek zijn op hardlopen om met deze passie wanneer lid worden van een sportclub, zoals atletiek, jeugdgym, oriëntatieloop, schoolsport of triatlon, geen optie is? Het antwoord op deze vraag hangt af van de mate waarin hardlopen al een rol speelt in het leven van de ouders.
Let op veelzijdigheidKinder- en jeugdcoaches zien in de praktijk dat sportieve ouders graag meepraten over de trainingsinhoud van hun kinderen. Dit is vooral positief, want betrokkenheid blijkt aantoonbaar de motivatie bij jonge kinderen te verhogen.
Het werkt averechts wanneer hardloopfanaten hun eigen trainingsschema's en opgedane trainingskennis afstemmen op hun kinderen, waardoor monotone duurlopen of intensieve intervallen aantrekkelijker worden. Het belangrijkste voor kleuters en basisschoolkinderen is immers het stimuleren van gevarieerd bewegen!
Vooral op het gebied van motoriek en coördinatie maken kinderen in deze leeftijdsgroep enorme sprongen in hun ontwikkeling. Ze verwerven coördinatievaardigheden die ze later in hun leven nooit meer nodig zullen hebben. Daarom dringen we er bij ouders die gepassioneerd zijn over hardlopen op aan om de duurtraining, zoals volwassen recreatieve sporters die graag doen, te beperken en in plaats daarvan speels, creatief en zeer gevarieerd te 'lopen'. Dit geldt ook voor ouders die weinig met sport te maken hebben, maar de liefde voor hardlopen van hun kinderen wel willen begeleiden en stimuleren.
Mogelijkheden zijn onder meer:
- De taak is om in alle denkbare bewegingsvlakken en varianten te rennen (vooruit, achteruit, zijwaarts).
- Rennen, huppelen, springen, sluipen en sprinten in heel verschillende ritmes en snelheden.
- Soms loop je over steile weilanden, soms over glooiende bospaden, in het zand of op de weg: met schoenen, op sokken of op blote voeten.
- Neem gerust af en toe een bal, springtouw of ander speelgoed voor alle weersomstandigheden mee, zodat uw kind hiermee kan jongleren, zijn evenwicht kan bewaren, kan rennen en springen. Zo daagt u de reactiesnelheid en behendigheid van uw kind uit en heeft u plezier.
Op deze leeftijd zou fysieke activiteit geen prestatiegerichte volgorde van volume, intensiteit of duur moeten volgen, maar juist plezierig moeten zijn. Prestatiedruk ontstaat al vroeg in de sport.
Speels en zolang het maar leuk isOuders zouden het idee van traditionele hardlooptrainingen moeten laten varen en zich in plaats daarvan moeten richten op "hardloopspelletjes" als het gaat om sporten met hun eigen kinderen. Hoe kunnen al deze bovengenoemde content creatief en bewegingsstimulerend worden verpakt? Welke verhalen, verrassingen en bronnen zijn stimulerend?
Het is ook belangrijk om te bedenken wat voor soort ondersteuning, zoals een drankje, een hapje of even uitrusten op een bankje in de schaduw met een favoriet boek, nodig is als het kind plotseling zegt: "Ik kan niet meer!" Ouders weten vaak intuïtief of deze uitspraak slechts een bevlieging is of dat er daadwerkelijk genoeg is gedaan.
In het eerste geval kan een korte pauze of een verandering van plan helpen. In het tweede geval worden de oefeningen simpelweg voortijdig beëindigd met veel complimenten.
Ook belangrijk: geef de teugels aan de kinderen en laat hen zelf bepalen waar het naartoe gaat en wat ze doen. Qua verbeeldingskracht en flexibiliteit lopen ze vaak mijlenver voor op volwassenen. Misschien uit de jongere generatie wel heel specifieke wensen die het onderzoeken waard zijn? Als een kind kort na de start van een wedstrijd steeds klaagt over steken in de zij of buiten adem raakt op de laatste rechte lijn, zijn dat zeker aspecten die spelenderwijs getraind kunnen worden voor de volgende keer dat ze meedoen aan een leuke wedstrijd.
Horen sporthorloges en fitnesstrackers om kinderpolsen?Fitnesstrackers en sporthorloges zijn nu verkrijgbaar voor kinderen van vijf jaar en ouder. Zijn dit soort wearables, zoals geadverteerd, echt voordelig voor de doelgroep? Of zijn het loze marketingbeloftes van dataverzamelende technologiebedrijven?
Een onderzoek van Nils Haller van de afdeling Sportgeneeskunde van de Universiteit Mainz onderzocht deze vraag in het najaar van 2023 en concludeerde dat polsapparaten met functies zoals stappentellers, activiteitsdoelen of originele feedback kinderen en jongeren inderdaad kunnen motiveren om fysiek actiever te zijn – tenminste op de korte termijn.
Het onderzoek roept echter ook kritische geluiden op die in de praktijk lijken te kloppen. Zo uiten leiders van jeugd- en sportprogramma's hun bezorgdheid wanneer dergelijke trackers leiden tot competitief denken en ongezonde druk. Wanneer de focus uitsluitend ligt op het behalen van twijfelachtige prestatiedoelen, kunnen intrinsieke motivatie en diversiteit in fysieke activiteit gemakkelijk op de achtergrond raken.
Calorietellers worden vooral afgekeurd door meisjes die sporten beoefenen waarvoor een slank postuur vereist is. Onnatuurlijke eetgewoonten of te ambitieuze trainingen zouden niet het doel van de trackers moeten zijn.
De roep om zorgvuldig toezicht wordt daarom steeds luider. Ouders, leerkrachten en trainers doen er goed aan kinderen te ondersteunen bij het matig gebruiken van sportarmbanden en -horloges, met de nadruk op speels bewegen en een gezond zelfbeeld.
Een artikel uit de « NZZ am Sonntag »
nzz.ch