Wachten tot Amerika tot bezinning komt

Met goedkeuring van de bondskanselier overweegt de EU nauwe samenwerking met het Trans-Pacifisch Partnerschap (CPTPP). Deze ideeën zijn puur een pr-stunt en schadelijk voor de Europese consument.
Het Trans-Pacific Partnership (TPP) werd door de Verenigde Staten bedacht om een bolwerk tegen China in Azië te bouwen. In 2017, tijdens zijn eerste ambtstermijn, trok Donald Trump de VS echter terug uit de alliantie. Nu richt de Europese Unie zijn pijlen op het pact, dat de afschuwelijke afkorting CPTPP draagt. In een bizarre wending in de geschiedenis zou het Trans-Pacific Partnership een bolwerk worden tegen Amerika, of beter gezegd, tegen Trumps destructieve aanval op de wereldhandelsorde.
Dit is de kerngedachte achter het concept van samenwerking tussen de EU en het CPTPP. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen heeft deze ideeën openbaar gemaakt en ze worden gesteund door de Duitse bondskanselier Friedrich Merz (CDU). Op het eerste gezicht een verleidelijk vooruitzicht.
Een handelsalliantie tussen de EU en het CPTPP zou 32 procent van de wereldeconomie vertegenwoordigen, waarmee het belangrijker zou zijn dan de Verenigde Staten , die ongeveer 27 procent van de wereldeconomie vertegenwoordigen. Het zou continentaal Europa verenigen met landen als Japan en Australië, Singapore en Vietnam, Peru en Chili, Canada en Mexico, en, last but not least, het Verenigd Koninkrijk, dat zich vorig jaar bij het CPTPP aansloot. In tegenstelling tot de Verenigde Staten onder Trump hebben al deze landen er nog steeds belang bij dat de wereldhandel wordt uitgevoerd volgens één reeks regels, ten gunste van iedereen.
Bij een tweede, derde en vierde blik lijkt het idee echter technocratisch aanmatigend, een pure PR-stunt, en schadelijk. Het idee is technocratisch aanmatigend omdat zelfs nauwe samenwerking tussen de EU en de CPTPP nooit voldoende gewicht in de schaal zou leggen om de op regels gebaseerde wereldhandelsorde, zoals belichaamd door de Wereldhandelsorganisatie ( WTO ), te redden. De alliantie zou daarom drie belangrijke spelers in de wereldeconomie missen: Amerika, China en India.
Zolang de VS geen belang heeft bij het naleven van handelsregels, en zolang China en India hun eigen belangen boven alles stellen, kan de EU samenwerken met wie ze maar wil; het zal het wereldhandelssysteem niet redden. Mocht er echter in de drie genoemde landen weer oprechte interesse in wereldhandelsregels ontstaan, dan kan de WTO op elk moment uit haar slaap worden gewekt.
Het idee is puur een pr-stunt van de EU, want wat er besproken wordt, is bijna gerealiseerd. De Europeanen hebben vrijhandelsovereenkomsten met negen van de twaalf CPTPP-landen die verder gaan dan wat in één vrijhandelsovereenkomst van de Gemeenschap mogelijk is. Er zijn onderhandelingen gaande met Australië en Vietnam.
Nu dringen Von der Leyen en Merz aan op een gezamenlijk mechanisme voor de beslechting van handelsgeschillen dat het door de VS geblokkeerde WTO-mechanisme zou kunnen vervangen en de wereldwijde handelsregels op dit gebied nieuw leven zou kunnen inblazen. Een dergelijk mechanisme bestaat echter al sinds 2020 op instigatie van de EU, en – verrassend genoeg – hebben tien van de twaalf CPTPP-landen zich er al bij aangesloten. Het Verenigd Koninkrijk is onlangs het 57e WTO-land geworden dat zich heeft aangesloten bij het geschillenbeslechtingsmechanisme, bekend als MIAP.
Simpel gezegd functioneert het MIAP als een vrijwillig aanhangsel van de WTO en vormt het zo de basis voor wereldwijde handelsregels. Waarom hebben we dan een speciaal geschillenbeslechtingsmechanisme van de EU en het CPTPP nodig? Het lijkt erop dat Von der Leyen wat in wezen al bereikt is, als grote vooruitgang wil presenteren.
Samenwerking tussen de EU en het CPTPP zou nadelig blijken als het, zoals Merz voor ogen heeft, de kern zou worden van een nieuwe wereldhandelsorde, een WTO 2.0. De EU is niet onbekend met het moeilijk maken van andere handelspartners in haar buitensporige streven naar veiligheid met de hoogste milieu- en gezondheidsnormen. Een goed voorbeeld hiervan is het CO2- grensbelastingstelsel.
Met dergelijke barrières belast de EU het Zuiden en beperkt ze de keuzemogelijkheden van lokale consumenten. Binnen de WTO vormen de VS een wenselijk tegenwicht tegen dergelijke excessen in de regelgeving. In een WTO 2.0 gebaseerd op Brusselse regelgeving zouden de Amerikanen echter afwezig zijn.
In één oogopslag is het prijzenswaardig dat de EU elke mogelijkheid voor meer vrijhandel met de CPTPP-landen en andere landen onderzoekt. Het belang van lokale consumenten bij het behoud van de WTO als bolwerk van vrijere wereldhandel moet echter voorrang krijgen boven institutionele experimenten. Bij twijfel betekent dit wachten tot Amerika tot bezinning komt over handelskwesties.
Frankfurter Allgemeine Zeitung