Voor de alliantietop: NAVO bereikt doelstelling van twee procent voor defensie-uitgaven

Enkele dagen voor de top van de alliantie in Den Haag kondigde NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte de voltooiing aan van de in 2014 overeengekomen verhoging van de defensie-uitgaven. Nadat Portugal en Canada ook hadden aangekondigd dit jaar twee procent van hun bruto binnenlands product (bbp) aan defensie te zullen besteden, haalt de NAVO als geheel nu de doelstelling van twee procent, aldus Rutte in de marge van de G7-top in Canada. Dit is "echt geweldig nieuws".

De meeste NAVO-landen hebben echter geen tijd om te rusten. Onder druk van de Amerikaanse president Donald Trump wordt tijdens de topontmoeting medio volgende week een akkoord verwacht om in de toekomst minstens 3,5 procent van het nationale bbp in defensie te investeren. Voor defensiegerelateerde uitgaven, bijvoorbeeld voor infrastructuur, komt daar nog eens 1,5 procent bij. Daarmee zou de doelstelling van vijf procent worden gehaald die Trump al geruime tijd eist.

Tijdens zijn eerste ambtstermijn bekritiseerde de Republikein herhaaldelijk de volgens hem ontoereikende defensie-uitgaven van de Europese bondgenoten en Canada. Hij dreigde zelfs meerdere malen met een Amerikaanse terugtrekking uit de NAVO.

Het enige NAVO-lid dat niet direct door Trumps eisen wordt getroffen, is IJsland. Het eiland heeft geen eigen strijdkrachten en wordt daarom altijd uitgesloten van de NAVO-statistieken over defensie-uitgaven. Duitsland haalde vorig jaar voor het eerst de afgesproken doelstelling van twee procent voor 2024. Alleen Polen overschreed vorig jaar de 3,5 procent.