Het Hongarije van Viktor Orbán: Masterplan voor democratie-verachters

De nieuwste klap die Viktor Orbán uitdeelt aan het Hongaarse maatschappelijk middenveld heeft een onopvallende naam: de Transparantiewet. Deze bepaalt dat niet-gouvernementele organisaties, verenigingen en media toestemming van de belastingdienst nodig hebben om geld uit het buitenland te ontvangen. Sinds Orwells roman "1984" is het echter bekend dat zelfs achter de meest onopvallende namen totalitaire maatregelen kunnen schuilgaan. Dit geldt ook voor de Transparantiewet. Als je er goed over nadenkt, valt elke onafhankelijke organisatie die afhankelijk is van donaties, lidmaatschapsgelden of financiering van de EU onder staatscontrole. De staat kan dan niet alleen bepalen of een organisatie financiering blijft ontvangen, maar kan deze ook wettelijk aanmerken als een bedreiging voor de "Hongaarse soevereiniteit".
Hoewel de stemming over de wet na protesten werd uitgesteld tot de herfst, toont het ontwerp opnieuw de richting die Hongarije onder Viktor Orbán is ingeslagen: een staat met autocratische trekjes die nu wordt gezien als een soort blauwdruk voor hoe de democratie met democratische middelen kan worden ontmanteld. Rechts-populisten over de hele wereld volgen nu dit "autoritaire draaiboek", zoals de Amerikaanse historicus Anne Applebaum het ooit noemde.
Maar hoe is het zover kunnen komen? Journalist Petra Thorbrietz onderzoekt deze vraag. In "We Will Conquer Europe !" schetst ze de geschiedenis en politiek van Hongarije sinds de val van het IJzeren Gordijn. En probeert ze de vraag te beantwoorden wat de ontwikkeling van Hongarije voor Europa zou kunnen betekenen . Spoiler alert: niets goeds. "De Magyaren, dit kleine land met slechts 9,5 miljoen inwoners binnen en ongeveer twee miljoen inwoners aan de andere kant van de grenzen, zouden de Europese Unie kunnen vernietigen."
Thorbrietz volgt in wezen twee stellingen. Ten eerste hebben talloze historische omwentelingen Viktor Orbán in staat gesteld zijn land succesvol af te schilderen als een soort supermacht die zich aan geen regels gebonden voelt. Ten tweede heeft de EU veel te lang toegekeken. Hoewel er vanuit Brussel herhaaldelijk kritiek is geweest op de manier waarop Orbán de media in de invloedssfeer van de staat heeft gebracht, hoe hij het kiesstelsel ten gunste van zijn Fidesz-partij heeft gewijzigd en recentelijk een tweeledige samenleving heeft gecreëerd waarin bijvoorbeeld homoseksuelen door de wet worden benadeeld, voelde Hongarije de gevolgen pas in 2022, toen de Europese Commissie een rechtsstaatprocedure startte en het land vervolgens geen financiering kreeg.
Thorbrietz neemt het perspectief in van een insider die sympathiseert met het land en zijn bevolking. Ze kwam eind jaren tachtig als journaliste naar Hongarije, trouwde met een Hongaar en bleef. Door met hem samen te wonen en haar eigen kennis van het Hongaars te delen, drong Thorbrietz door tot in de kleinste details van de Hongaarse samenleving. Ze maakte kennis met het postcommunistische Hongarije, dat enerzijds open, levendig en "vol wonderbaarlijke dingen" was en de beste voorwaarden bood voor een functionerende democratie. Anderzijds werd het onderdrukt door enorme economische problemen.

Ze was getuige van hoe buitenlandse investeerders "concurreerden om de belangrijkste stukken van het land" en hoe de daaruit voortvloeiende armoede ontevredenheid met de heersende socialisten aanwakkerde. En hoe, in deze lastige situatie, Viktor Orbán in 2010 voor de tweede keer aan de macht kwam en er alles aan deed om die niet opnieuw te verliezen, net als in 2002. Destijds, als jongste premier van Europa (Orbán was pas 34), had hij vier jaar lang een regering geleid die er naar buiten toe liberaal uitzag, maar intern een soort "denkbeeldige monarchie" in scène zette en het voormalige Hongaarse Rijk in zijn herinneringscultuur vierde. Zo werd de Heilige Kroon, het symbool van de Hongaarse monarchie, verplaatst naar het parlementsgebouw, het hart van de democratie.
Je zou het boek kunnen bekritiseren omdat het, zelfs na het lezen ervan, niet begrijpt waarom Viktor Orbáns machtsovername onstuitbaar was. Thorbrietz beschrijft wel Orbáns biografie, zijn opvoeding op het platteland, zijn rechtenstudie en zijn verblijf in Oxford, dat hij financierde met een beurs van de Soros Foundation , die Orbán nu beschouwt als zoiets als de belichaming van het liberale Westen, geïnfiltreerd door ondoorzichtige machten. Je leert ook hoe doelbewust Orbán het systeem herstructureerde.
Maar het blijft onduidelijk waarom juist hij, een doorsnee burger uit de provincie met een voorliefde voor voetbal, dit heeft kunnen doen. Wat voor persoonlijkheid Orbán heeft, waar hij het zelfvertrouwen vandaan haalt om "de EU door de politieke arena te loodsen", en hoe vaak hij daarbij heeft gegokt. Hiervoor wordt men beloond met een uniek inzicht in de details. Thorbrietz belicht elke hoek van de Hongaarse samenleving, hoe verborgen ook; ze weet net zoveel over de oligarchen in de kring van de Fidesz-partij als over de invloed van China, de achterban in Boedapest en de Hongaarse minderheid in Roemenië. Zo wordt uit vele slim onderzochte individuele stukken het beeld samengesteld van een land dat Europa heeft veranderd. Niet in de laatste plaats omdat de EU haar "lessen van de school van Orbán" moet leren, zodat ze niet "instort onder de invloed van haar interne vijanden".
süeddeutsche