Hoofdeconoom Kater van Deka: Nieuwe bedreigingen vanuit het Witte Huis verontrusten


De Amerikaanse inflatie stijgt naar 2,7 procent. Tarieven drijven de prijzen op, markten fluctueren. Dreigementen en verwarring vanuit Washington verontrusten beleggers en drijven de obligatierentes op.
Op de financiële markten voelen marktdeelnemers de eerste macro-economische effecten van het nieuwe Amerikaanse handelsbeleid: de Amerikaanse inflatie is in juni licht gestegen tot 2,7 procent. Dit wijst erop dat de ingevoerde importtarieven effect beginnen te hebben op de consumentenprijzen in de VS.
Tot nu toe hebben veel exporteurs en importeurs geprobeerd de tarieflasten te compenseren door hun winstmarges te verlagen om concurrerend te blijven en klantenverlies te voorkomen. Deze aanpak kent echter zijn beperkingen – en nu lijkt er een keerpunt aan de horizon te zijn. De prijzen stijgen en de inflatiedruk neemt toe.
Tegelijkertijd is de toon vanuit het Witte Huis strenger geworden. President Trump heeft opnieuw gedreigd met enorme tariefverhogingen: 30 procent op alle EU-importen en 50 procent op koper, vanaf 1 augustus. Na de eerste reacties op deze aankondigingen vanuit het Witte Huis reageerden de beurzen nauwelijks. De richtlijnen veranderden te snel.
Maar zou het deze keer anders kunnen zijn? De onrust blijft, en daarmee neemt de onzekerheid op de markten niet af. Dit betekent dat de komende weken merkbare schommelingen op de aandelen- en obligatiemarkten kunnen aanhouden.
Bovendien werden de markten deze week geplaagd door de intensieve discussie over een vroegtijdige vervanging van Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell. Ook hier speelden de gebruikelijke verwarringstactieken van de Trump-regering een rol, waardoor Congreskringen het ontslag van de Fed-voorzitter konden bespreken, om vervolgens deze intentie te ontkennen. De obligatiemarkten reageerden met een verdere risicogerelateerde stijging van de rente op Amerikaanse staatsobligaties.
FOCUS